Installatie
24
DN
[mm]
8
15
25
40
50
80
Positie
De richting van de pijl op de typeplaat van de sensor geeft de doorstroomrichting van het
medium aan.
A
Verticale inbouwpositie
B
Horizontale inbouwpositie,
transmitter aan bovenzijde
C
Horizontale inbouwpositie,
transmitter aan onderzijde
D
Horizontale inbouwpositie,
transmitter aan zijkant
1)
Deze inbouwpositie wordt aanbevolen om zelflozing te waarborgen.
2)
Applicaties met lage procestemperatuur kunnen de omgevingstemperatuur verlagen. Teneinde de
minimale omgevingstemperatuur voor de transmitter te waarborgen, is deze inbouwpositie aan te bevelen.
3)
Applicaties met hoge procestemperatuur kunnen de omgevingstemperatuur verhogen. Teneinde de
maximale omgevingstemperatuur voor de transmitter te waarborgen, is deze inbouwpositie aan te bevelen.
Wanneer een sensor met een gebogen meetbuis horizontaal wordt geïnstalleerd, pas dan
de positie van de sensor aan op de mediumeigenschappen.
1
6
Inbouwpositie van de sensor met gebogen meetbuis
1
Vermijd deze inbouwpositie bij vloeistoffen die vaste stoffen bevatten: risico tot ophoping van vaste stoffen.
2
Vermijd deze inbouwpositie bij vloeistoffen die uitgassen: risico tot ophoping van gas.
Ø vernauwing, leidingrestrictie
[in]
[mm]
³⁄₈
6
½
10
1
14
1½
22
2
28
3
50
Positie
Proline Promass E 300 HART
[in]
0,24
0,40
0,55
0,87
1,10
1,97
Aanbeveling
1)
A0015591
2)
Uitzonderingen:
→ 6, 24
A0015589
3)
Uitzonderingen:
→ 6, 24
A0015590
A0015592
2
A0028774
Endress+Hauser