Inbedrijfname
Parameter
Simulatie diagnose-gebeurtenis
Loging interval
*
Beschikbaarheid is afhankelijk van gekozen opties en instrument instellingen
132
Voorwaarde
–
–
10.7
Beveiligen van instellingen tegen ongeautoriseerde
toegang
De volgende schrijfbeveiligingsopties zijn bedoeld om de configuratie van het
meetinstrument te beschermen tegen onbedoelde wijziging:
• Beveiligen toegang tot parameters via wachtwoord → 132
• Beveiliging toegang tot lokale bediening via toetblokkering → 57
• Beveiliging toegang tot meetinstrument via schrijfbeveiligingsschakelaar → 133
10.7.1
Schrijfbeveiliging via toegangscode
De effecten van de gebruikersspecifieke toegangscode zijn als volgt:
• Via de lokale bediening zijn de parameters voor de configuratie van het meetinstrument
schrijfbeveiligd en de waarden daarvan kunnen niet langer worden gewijzigd.
• Toegang tot het instrument is beveiligd via de webbrowser, net zoals parameters voor de
configuratie van het meetinstrument.
• Toegang tot het instrument is beveiligd via FieldCare of DeviceCare (via CDI-RJ45
service-interface), net zoals de parameters voor de configuratie van het meetinstrument.
Definiëren van de toegangscode via lokaal display
1. Ga naar Parameter Vrijgavecode definiëren (→ 127).
2. Definieer een string met maximaal 16 karakters bestaande uit letters, cijfers en
speciale tekens als de toegangscode.
3. voer de toegangscode nogmaals in Parameter Bevestig toegangscode (→ 127) in,
om de code te bevestigen.
Het -symbool verschijnt voor alle schrijfbeveiligde parameters.
Het instrument blokkeert automatisch de schrijfbeveiligde parameters weer, wanneer
gedurende 10 minuten geen toets wordt bediend in het navigatie- en bewerkingsaanzicht.
Het instrument blokkeert automatisch de schrijfbeveiligde parameters weer na 60 s als de
gebruiker teruggaat naar het bedieningsdisplay vanuit het navigatie- en
bewerkingsaanzicht.
• Wanneer de parameterschrijfbeveiliging is ingeschakeld via een toegangscode, kan
deze ook alleen weer worden uitgeschakeld via deze toegangscode → 56.
• De gebruikersrol waarmee de gebruiker momenteel is ingelogd op het lokale display
wordt aangegeven via → 56 Parameter Toegangsstatus. Navigatiepad: Bedrijf
→ Toegangsstatus
Beschrijving
Selecteer een diagnostische
gebeurtenis om deze
gebeurtenis te simuleren.
Definieer loginterval. De
waarde bepaald de tijd tussen
de verschillende datapunten in
het geheugen.
Proline Promass E 300 HART
Keuze / Invoer /
Fabrieksinstelling
Weergave
• Uit
Uit
• Keuzelijst
diagnostische
gebeurtenis
(afhankelijk van de
geselecteerde
categorie)
1,0 ... 3 600,0 s
–
Endress+Hauser