Voor de inbedrijfstelling
Alle apparaten worden aan een permanente kwaliteits-
controle onderworpen en voor de verzending zorgvuldig
verpakt.
Niettemin wordt u verzocht voor de installatie de goede
staat van het apparaat te controleren. Noteer eventuele
beschadigingen op het volgbriefje en informeer de
transporteur en uw contractant. Op latere reclamaties
kan geen garantie wordengegeven .
Zet het apparaat na het uitpakken op
zijn transportwielen en laat het
apparaat minstens 5 minuten recht-
.
5 MIN
op staan voordat u het inschakelt.
Plaats het apparaat stabiel op een
vlakke en vaste ondergrond.
Bij oneffenheden van de vloer
kunnen vibraties en storende
geluiden optreden.
Steek de stekker in het stopcontact.
Verzeker u vooraf ervan dat de
vereiste spanning en beveiliging
aanwezig is!
230 V/1Ph, 50 Hz 10 A
Raadpleeg absoluut een
elektrotechnicus als u eventueel een
verlengkabel wilt gebruiken!
Controleer of de condenswaterbak
goed is ingezet.
Het apparaat start niet als de bak
niet of niet juist is geplaatst. In dit
geval brandt na het inschakelen de
rode LED "FULL TANK" en er gaat
een alarmsignaal af.
Controleer of de luchtinlaatfilter is
ingezet.
Gebruik het apparaat nooit zonder
luchtinlaatfilter.
Zonder filter vervuilen de lamellen van
de warmtewisselaar en het vermogen
van het apparaat neemt af.
Adviezen voor een optimale werking.
Vermijd direkte zoninstraling door
ook gordijnen en rolluiken dicht te
houden.
8
Houd ramen en deuren gesloten als
het apparaat aanstaat.
Afvoeren van de warme lucht
Bij het koelen produceert het apparaat warme lucht.
Voor het koeleffect is het noodzakelijk dat deze warme
lucht uit de te koelen ruimte wordt afgevoerd.
Steek de luchtafvoerslang voor de
uitblaasopening aan de achterkant
van het apparaat.
Schuif hiervoor het verbindingsstuk
van boven in de geleidesleuven tot
aan de aanslag.
Leg de meegeleverde flexibele lucht-
afvoerslang zo dat er geen knikken of
kronkels in zitten, om een effectief
bedrijf van het apparaat te garanderen.
Het verlengen van de luchtafvoerslang(> 400 mm) is
niet geoorloofd!
Andere mogelijkheden voor de luchtafvoer
In ieder geval dient de afvoerslang stijgend in
luchtrichting te worden geleid!
Met een plat mondstuk.
Het meegeleverde mondstuk kan op
verschillende manieren worden
ge? nstalleerd.
U kunt het mondstuk door het
geopende raam leiden en met behulp
van klitteband en zuignap bevestigen.
U kunt het mondstuk echter ook in
het gekantelde raam hangen.
Met een vast aangesloten
luchtafvoerslang (muurdoorvoer).
De meegeleverde slang wordt vast
met een muurdoorvoer verbonden.
Het doorvoerset is als accessoire
verkrijgbaar.
Als de luchtafvoer over een vast aangesloten afvoerslang
wordt geleid, kan er eventueel een onderdruk ontstaan
in de ruimte waarin het apparaat staat. Mocht hierdoor
het vermogen van het apparaat afnemen, dient voor een
drukcompensatie te worden gezorgd.