Repareren
De positiesensor
De
De
positiesensor verwijderen
positiesensor
verwijderen
verwijderen
1. Koppel de positiesensor (AR)
los uit de besturingskaart (zie
Bedradingsschema, page
2. Draai met een 13 mm steeksleutel de klemmoer
(AS) van de positiesensor los.
3. Draai met een 6 mm steeksleutel de positiesensor
(AR) uit het middenhuis.
OPMERKING:
OPMERKING:
OPMERKING: Laat de draden met de
positiesensor meedraaien om te voorkomen dat
ze gedraaid raken.
Nieuwe positiesensor
Nieuwe
Nieuwe
positiesensor aanbrengen
positiesensor
1. Draai voorzichtig de vervangende positiesensor
in het middenhuis.
OPMERKING:
OPMERKING: Pas op dat de draden niet
OPMERKING:
beschadigd raken. De draden moeten bij het
installeren van de positiesensor worden gedraaid
om te voorkomen dat ze gedraaid raken.
2. Maak met de 6 mm inbussleutel het installeren
van de positiesensor af. Gebruik niet te veel
kracht bij het aandraaien. Stop zodra de
positiesensor tegen de bodem van het gat zit.
LET
LET OP
LET
Draai de positiesensor niet te vast aan. De
sensor kan anders beschadigd raken.
24
30).
aanbrengen
aanbrengen
OP
OP
3. Draai de klemmoer van de positiesensor
vingervast.
LET OP
LET
LET
Gebruik geen sleutel voor het vastdraaien
van de klemmoer. De sensor kan anders
beschadigd raken.
4. Steek de positiesensor in de besturingskaart (zie
Bedradingsschema, page
5. Reset de dipswitch.
Besturingskaart voorbereiden op kalibratie
.
Het elektronicadeksel
elektronicadeksel weer
Het
Het
elektronicadeksel
terugplaatsen
terugplaatsen
terugplaatsen
Zorg dat er bij het terugplaatsen van deksel geen
draden beklemd raken. De draden raken dan
beschadigd en kunnen elektrisch gevaar en/of
brand- en explosiegevaar geven als ze worden
afgeklemd.
1. Steek alle connectoren in. Zorg dat alle
connectoren goed op de besturingskaart zijn
bevestigd. Zie
Bedradingsschema, page
2. Zet losse motordraden vast in de clip in de
behuizing (zie
Bedradingsschema, page
3. Breng het elektronicadeksel weer aan op het
middenhuis.
4. Draai met een 6 mm inbussleutel de 12
schroeven erin. OPMERKING:
OPMERKING: Zorg dat de
OPMERKING:
borgringen nog op hun plaats zitten.
5. Draai de bouten aan met 20 N•m (15 ft-lb).
De onderpomp
onderpomp weer
weer aanbrengen
De
De
onderpomp
weer
Raadpleeg de handleiding van het systeem.
OP
OP
30).
Zie
weer op
op de
de driver
driver
weer
op
de
driver
30.
30).
aanbrengen
aanbrengen
3A4542C