Stalling
Reinigen en opslaan
Onderhoudsinterval: Vóór de stalling
Vóór de stalling
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en zet de
rijhendels naar buiten in de P
2.
Schakel de machine uit, verwijder het
contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u
de bestuurderspositie verlaat.
3.
Verwijder maaisel, aarde en vuil van de
buitenkant van de gehele machine, met
perslucht.
Belangrijk:
Maak de machine niet schoon
met water, dan kan leiden tot beschadiging
van de motor en andere elektrische
onderdelen.
4.
Controleer de rem; zie
5.
Smeer de machine; zie
6.
Controleer de bandenspanning; zie
bandenspanning controleren (bladz.
7.
Controleer alle bevestigingen en zet ze vast.
Repareer of vervang versleten of ontbrekende
delen.
8.
Werk alle krassen of afgebladderde
metaaloppervlakken bij met lak van een erkende
servicedealer.
9.
Stal de machine in een schone, droge garage
of opslagruimte. Verwijder het sleuteltje uit
het contact en bewaar het op een plaats die u
makkelijk kunt onthouden. Dek de machine af
om deze te beschermen en schoon te houden.
10.
Gaat u de machine voor langere tijd stallen, volg
dan de instructies voor opslag van de accu op;
zie
Voorschriften voor het bewaren van de accu
(bladz.
55).
.
ARKEERSTAND
Parkeerstand (bladz.
15).
Smering (bladz.
40).
De
43).
Voorschriften voor het
bewaren van de accu
Opmerking:
U hoeft de accu's niet van de machine
te nemen als u deze gaat stallen.
Controleer in de volgende tabel de temperatuurlimieten
voor opslag:
Temperatuurlimieten voor opslag
Opslagtemperatuur
45 ° tot 55 °C
25 ° tot 45 °C
-20 °C tot 25 °C
Belangrijk:
Temperaturen buiten deze limieten
brengen schade toe aan uw accu's.
De temperatuur waarin de accu's worden bewaard
heeft invloed op de levensduur ervan. Langdurige
opslag bij extreme temperaturen verkort de
levensduur van de accu. Bij temperaturen boven
25 °C mag de machine slechts gedurende de in de
tabel aangegeven tijd worden opgeslagen.
•
Voordat u de machine stalt, moet u de accu's
laden of ontladen tot 40%–60% (54,3 tot 57,3 V).
Opmerking:
Een 50% geladen accu verzekert
een maximale levensduur. Laadt u de accu's voor
100% op voordat u deze stalt, dan verkort dat de
levensduur.
Verwacht u de machine voor langere tijd te stallen,
laad de accu's dan voor ongeveer 60%.
•
Na elke stallingsperiode van 6 maanden moet u
het laadniveau van de accu controleren en zorgen
dat dit 40 tot 60% bedraagt. Is het laadniveau
onder de 40% gezakt, laad de accu dan op tot
40 à 60%.
•
U kunt een multimeter gebruiken om het
laadniveau van een uitgeschakelde machine te
controleren. In de volgende tabel ziet u welke
spanning overeenkomt met welk laadniveau.
Spanning
57,3 V
55,4V
54,3V
•
Bent u klaar met het opladen van de accu's, haal
de oplader dan uit het stopcontact. Tijdens de
opslagperiode moet u de voeding afkoppelen.
Anders gaan de accu's sneller leeglopen.
•
Laat u de oplader op de machine zitten, dan
wordt deze uitgeschakeld zodra de accu's volledig
opgeladen zijn. Om de oplader opnieuw in te
schakelen, moet u deze afkoppelen en opnieuw
aansluiten.
55
Passende opslagtijd
1 week
3 weken
52 weken
Laadniveau
60%
50%
40%