1. Expansietank
2.
Controleer het koelvloeistofpeil in de radiateur.
De radiateur moet worden gevuld tot de
bovenkant van de vulbuis en de expansietank
tot de VOL-markering
3.
Als het koelvloeistofpeil te laag is, moet
u bijvullen met een oplossing die half uit
water, half uit ethyleenglycol-antivries bestaat.
Gebruik geen koelvloeistoffen op basis van
alcohol/methanol of alleen water.
4.
Plaats de doppen van de radiateur en de
expansietank terug.
Brandstoftank vullen
Inhoud brandstoftank: 83 liter.
Gebruik uitsluitend schone, verse dieselbrandstof met
een ultralaag (<15 ppm) zwavelgehalte die voldoet
aan de standaarden van ASTM D975 of EN 590. Het
cetaangetal moet minimaal 40 zijn. Koop brandstof in
hoeveelheden die binnen 180 dagen kunnen worden
gebruikt zodat u altijd verse brandstof heeft.
Belangrijk:
Gebruik van andere brandstof zal het
emissiesysteem van de motor beschadigen.
Gebruik zomerdieselbrandstof (nr. 2-D) bij
temperaturen boven -7 °C en winterdieselbrandstof
(nr. 1-D of nr. 1-D/2-D-mengsel) bij temperaturen
beneden -7 °C. Gebruik van winterdieselbrandstof
bij lage temperaturen biedt een lager vlampunt en
een lager stolpunt. Dit vergemakkelijkt het starten en
vermindert de kans dat de filters verstopt raken.
Figuur 35
(Figuur
35).
Gebruik van zomerdieselbrandstof bij temperaturen
boven -7 °C zal bijdragen aan een langere
levensduur van de pomp dan bij gebruik van
winterdieselbrandstof.
Belangrijk:
Gebruik geen kerosine of benzine
in plaats van dieselbrandstof. Als u deze
waarschuwing niet in acht neemt, kan dit leiden
tot beschadiging van de motor.
WAARSCHUWING
Brandstof is schadelijk of dodelijk bij inname.
Langdurige blootstelling aan dampen kan
leiden tot ernstig letsel en ziekte.
• Voorkom dat u dampen lange tijd inademt.
• Houd uw gezicht uit de buurt van een
vulpijp en de brandstoftank of een blik met
conditioner.
g009702
• Houd brandstof uit de buurt van ogen en
huid.
Geschikt voor biodiesel
Deze machine kan ook gebruik maken van een
dieselmengsel tot maximaal B7 (7% biodiesel, 93%
petrodiesel). Het aandeel petrodiesel moet een
ultralaag zwavelgehalte hebben. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht:
•
Her deel biodiesel van de brandstof moet voldoen
aan de specificatie ASTM D6751 of EN 14214.
•
Het dieselmengsel moet beantwoorden aan
ASTM D975 of EN 590.
•
Gelakte oppervlakken kunnen worden beschadigd
door biodiesel.
•
Controleer afdichtingen, slangen en pakkingen,
die in contact met brandstof komen, omdat zij in de
loop der tijd hierdoor kunnen worden aangetast.
•
De kans bestaat dat een brandstoffilter na verloop
van tijd verstopt raakt, nadat u bent overgestapt
op een biodieselmengsel.
•
Neem contact op met uw leverancier als u
informatie over biodiesel wenst.
31