Gebruiksaanwijzing
STARTEN/STOPPEN VAN DE
MACHINE
BELANGRIJK: Het brandstofsysteem moet
ontlucht worden als zich één van de volgende
situaties heeft voorgedaan.
A. Allereerste keer starten van de machine.
B. De motor is gestopt omdat de brandstof op was.
C. Het brandstofsysteem is in onderhoud geweest:
d.w.z. filter vervangen, onderhoud aan
waterafscheider, enz.
Zie "Het Ontluchten Van Het Brandstofsysteem."
1.
Controleer of de parkeerrem ingeschakeld is, de
schakelaar van de aftakas in de AF-positie staat
en de lifthendel in de TRANSPORT- of
OMLAAG-positie staat (Afb. 9). Haal uw voet
van het tractiepedaal en controleer of het pedaal
in de neutraalstand staat.
2.
Zet de gashendel (Afb. 9) zo ver mogelijk in de
SNEL-positie.
3.
Als de temperatuur onder 15°C is, moet u de
schakelaar van de gloeiplug in de AAN-positie
zetten (Afb. 9) en in deze stand vasthouden
gedurende de voorgeschreven tijd.
N.B.: Indien de gloeiplug langer dan 1 minuut
aan een stuk gebruikt wordt loopt u het gevaar dat
de spiraal voortijdig versleten raakt.
N.B.: Zie het volgende overzicht voor de
aanbevolen voorgloei-tijd bij verschillende
temperaturen.
Temperatuur
Boven 5°C
+5° tot –5°C
Onder –5°C
4.
Draai de contactsleutel naar de START-positie
(Afb. 10). Laat de sleutel onmiddellijk los als de
Voorgloei-tijd (sec)
10
20
30
18
motor start zodat de sleutel terug in de AAN-
positie komt. Zet de gashendel in de
LANGZAAM-positie.
N.B.: Laat de startmotor niet langer dan 20
seconden achter elkaar draaien, want dan loopt u
het gevaar dat de startmotor voortijdig versleten
raakt. Indien de machine na 20 seconden nog niet
wil starten, moet u de sleutel in de AF-positie
zetten, de bedieningsorganen en de procedures
controleren, nogmaals 10 seconden wachten en de
startprocedure herhalen.
5.
Wanneer u de machine voor de eerste maal start
hebt, na het verversen van de olie, na groot
onderhoud van de motor, transmissie of as, moet de
machine gedurende één à twee minuten zowel
vooruit als achteruit gebruikt worden. Gebruik ook
de lifthendel en de hendel van de aftakas om te
controleren of alle onderdelen goed werken. Draai
het bekrachtigde stuurwiel naar links en naar rechts
om de besturing te testen. Schakel daarna de motor
uit en controleer de vloeistofniveaus, controleer op
olie-lekkages, loszittende onderdelen en eventuele
andere in het oog springende defecten.
Schakel de motor uit en wacht tot alle
bewegende delen stilstaan voordat u controleert
op olie-lekkages, loszittende onderdelen of
andere defecten.
6.
Om de motor te stoppen moet u de gashendel naar
achter halen en in de LANGZAAM-positie zetten, de
schakelaar van de aftakas in de AF-positie zetten en
de contactsleutel in de AF-positie zetten. Verwijder
de sleutel uit het contact om te voorkomen dat de
machine per ongeluk gestart wordt.
HET ONTLUCHTEN VAN HET
BRANDSTOFSYSTEEM
1.
Open de motorkap.
2.
Draai de ontluchtingsschroef los die boven op het
LET OP