Stalling
Als u de machine voor een lange tijd wilt stallen, moet
u de stappen in
Voorbereidingen voor stalling (bladz.
57)
uitvoeren.
Veiligheid tijdens opslag
•
Laat de maai-eenheden neer, schakel de
parkeerrem in, schakel de machine uit, verwijder
het contactsleuteltje en wacht totdat alle
bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen
voordat u de bestuurderspositie verlaat. Laat
de machine afkoelen voordat u deze afstelt,
reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan
verricht.
•
Sla de machine niet op op plaatsen waar open
vlammen, vonken of waakvlammen (bv. van een
boiler of andere toestellen) aanwezig kunnen zijn.
•
Stal de machine op een droge binnenlocatie waar
er geen direct zonlicht op kan vallen, buiten het
bereik van kinderen.
Voorbereidingen voor
stalling
1.
Zet altijd de machine af, verwijder het sleuteltje,
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot
stilstand zijn gekomen en laat de machine
afkoelen voordat u ze afstelt, schoonmaakt, stalt
of repareert.
2.
Aangekoekt vuil en achtergebleven maaisel
verwijderen. Indien nodig: slijp de kooien en
snijplaten, zie de Gebruikershandleiding van de
maai-eenheid. Breng een roestwerend middel
aan op de ondermessen en messenkooien.
3.
Til de machine op en ondersteun ze zodat de
wielen onbelast zijn.
4.
Gaat u de machine voor langere tijd stallen, volg
dan de instructies voor opslag van de accu op;
zie
Voorschriften voor het bewaren van de accu
(bladz.
57).
Voorschriften voor het
bewaren van de accu
Opmerking:
U hoeft de accu's niet van de machine
te nemen als u deze gaat stallen.
Controleer in de volgende tabel de temperatuurlimieten
voor opslag:
Temperatuurlimieten voor opslag
Opslagtemperatuur
45 ° tot 55 °C
25 ° tot 45 °C
-20 °C tot 25 °C
Belangrijk:
Temperaturen buiten deze limieten
brengen schade toe aan uw accu's.
De temperatuur waarin de accu's worden bewaard
heeft invloed op de levensduur ervan. Langdurige
opslag bij extreme temperaturen verkort de
levensduur van de accu. Bij temperaturen boven
25 °C mag de machine slechts gedurende de in de
tabel aangegeven tijd worden opgeslagen.
•
Voordat u de machine stalt, moet u de accu's
laden of ontladen tot 40%–60% (54,3 tot 57,3 V).
Opmerking:
Een 50% geladen accu verzekert
een maximale levensduur. Laadt u de accu's voor
100% op voordat u deze stalt, dan verkort dat de
levensduur.
Verwacht u de machine voor langere tijd te stallen,
laad de accu's dan voor ongeveer 60%.
•
Na elke stallingsperiode van 6 maanden moet u
het laadniveau van de accu controleren en zorgen
dat dit 40 tot 60% bedraagt. Is het laadniveau
onder de 40% gezakt, laad de accu dan op tot
40 à 60%.
•
U kunt een multimeter gebruiken om het
laadniveau van een uitgeschakelde machine te
controleren. In de volgende tabel ziet u welke
spanning overeenkomt met welk laadniveau.
Spanning
57,3 V
55,4V
54,3V
•
Bent u klaar met het opladen van de accu's, haal
de oplader dan uit het stopcontact. Tijdens de
opslagperiode moet u de voeding afkoppelen.
Anders gaan de accu's sneller leeglopen.
•
Laat u de oplader op de machine zitten, dan
wordt deze uitgeschakeld zodra de accu's volledig
opgeladen zijn. Om de oplader opnieuw in te
schakelen, moet u deze afkoppelen en opnieuw
aansluiten.
57
Passende opslagtijd
1 week
3 weken
52 weken
Laadniveau
60%
50%
40%