GEVAAR
Contact met water tijdens het opladen
van de machine kan elektrische schokken
veroorzaken en letsel of de dood tot gevolg
hebben.
• Raak de stekker of de acculader niet aan
als u natte handen hebt of in water staat.
• Laad de accu's niet op in regen of in natte
omgevingen.
Belangrijk:
Controleer het stroomsnoer
regelmatig op gaten of scheuren in de isolatie.
Een beschadigd snoer mag niet worden gebruikt.
Laat het snoer niet door staand water of vochtig
gras lopen.
1.
Sluit de stekker van het stroomsnoer aan op het
overeenkomende voedingsstopcontact van de
lader.
WAARSCHUWING
Als het snoer van de lader beschadigd
is, kan dat elektrische schokken of vuur
veroorzaken.
Controleer het stroomsnoer grondig
voordat u de lader gaat gebruiken. Als
het snoer beschadigd is, mag u de lader
niet gebruiken tot het snoer vervangen is.
2.
Sluit het uiteinde van het stroomsnoer met de
muurstekker aan op een geaard stopcontact.
De lithiumionaccu's opladen
VOORZICHTIG
De accu's herladen met een lader van die
niet door Toro werd geleverd, kan leiden
tot oververhitting of soortgelijke storingen,
en uiteindelijk tot materiële schade en/of
persoonlijk letsel.
Gebruik de door Toro geleverde lader om de
accu's op te laden.
Aanbevolen temperatuurbereik bij het laden: 0 °C
tot 45 °C
Belangrijk:
Laad de accu's alleen op binnen het
aangegeven temperatuurbereik.
Opmerking:
De lader werkt bij een temperatuur
lager of hoger dan dit bereik.
1.
Parkeer de machine op het daartoe bestemde
laadpunt.
2.
Schakel de parkeerrem in en zet de
functiebedieningsschakelaar naar de
N
EUTRAALSTAND
3.
Zorg dat de maai-eenheden uitgeschakeld zijn
en laat ze op de grond zakken.
4.
Schakel de machine uit en verwijder het
contactsleuteltje.
5.
Onderbreek de stroomtoevoer naar de machine
door de hoofdstroomaansluitingen los te
koppelen; raadpleeg
(bladz.
25).
6.
Controleer of de aansluitingen vrij zijn van vuil
en stof.
7.
Breng de kap van de connector omhoog en
schuif de outputaansluiting van de lader in de
laderaansluiting op de machine
Opmerking:
bevindt zich onder de hoofdstroomaansluiting
die aan de machine bevestigd is.
1. Laderaansluiting
2. Aansluiting van de
machine
8.
Sluit het netsnoer van de oplader aan op
een vermogensbron; zie
vermogensbron (bladz.
41
.
Hoofdstroomaansluitingen
(Figuur
De aansluiting van de machine
Figuur 33
3. Kap connector
Aansluiten op een
40).
33).
g389188