3.4 Veiligheidsvoorzieningen
C
E
D
B
A
A
A - Noodstopknoppen
Ze zijn aanwezig op de toren en op de bedieningselementen in de cabine. Ze stoppen elke
platformfunctie in geval van nood.
B - Roterende knipperlamp
Het is gemonteerd op de cabine van de vrachtwagen om aan te geven wanneer het platform in
bedrijf is.
C - Elektropomp voor noodafdaling
Hiermee kan het platform worden verplaatst en terugkeren naar de reisstand in geval van een
storing. Afhankelijk van de configuratie kan er een optionele nood-elektrische pomp aanwezig zijn,
gevoed door de batterij van de vrachtwagen.
D - Noodbedieningen
Ze zijn aanwezig op de draaibare toren en worden gebruikt om het platform in noodsituaties te
verplaatsen.
E - Inclinometer
Dit is een apparaat dat de hoek van de basis van het frame meet en waarschuwt wanneer de hoek
van de machine voldoet aan de voorwaarden voor het begin van regelmatig werk.
Als de machine de voorwaarden voor regelmatig werk niet respecteert (binnen 5° longitudinaal / 2°
lateraal), wordt een waarschuwingslampje geactiveerd. Voordat de machine wordt geopend, moet
deze dus naar de toegestane kanteling voor het werk worden gebracht en deze waarschuwingen
doven. (Let op: als de optionele stabilisatoren aanwezig zijn, moet u geleidelijk aan de hendels
werken en de juiste nivellering van het platform verkrijgen, verifiërend via de hendel die zich in de
buurt van de bedieningselementen bevindt.
Met de machine in werkpositie (geopend), als u de kanteling van 5°/2° overschrijdt, blokkeert de
inclinometer de bewegingen niet, maar activeert een akoestisch alarm en het knipperende rode
indicatielampje op het elektrische paneel van de toren.
N.B. - CONTROLEER ELKE WEEK DE EFFICIËNTIE VAN HET APPARAAT DOOR DE
BASIS MET EEN KANTELING BOVEN 3° TE STABILISEREN EN HET AFGAAN VAN DE
ZOEMER EN DE VERLICHTING VAN HET LICHT TE CONTROLEREN.
MUM SO-0054 fs3 * Cap. 3.10 *