Inhoudsopgave
Advertenties
Alle werknemers moeten een veiligheidshelm dragen, in overeenstemming met de wet. Laat geen
materiaal vallen vanuit de mand of vanaf de bovenkant. Voor speciale werkzaamheden (snoeien,
schilderen, enz.) moet u zorgen voor de nodige beschermingen en maatregelen voor de veiligheid van
personen, de omgeving en de machine zelf. Het is verboden om gereedschappen te gebruiken die niet
voldoen aan de geldende voorschriften.
Het is absoluut verboden om gereedschappen, handen, vingers, enz. in de gaten van de telescopische
armen en op plaatsen waar gevaar bestaat door interferentie, snijden, verpletteren, enz., te steken.
TIJDENS HET VERPLAATSEN
Rijd voorzichtig en vermijd hoge snelheden.
Controleer of de gekozen weg geschikt is voor de afmetingen van de apparatuur.
Controleer of banden slijtage vertonen en of de inflatiedruk correct is (wanneer banden koud
zijn).
Zet de rem erop als de machine geparkeerd staat op een hellende weg, en vergrendel indien nodig
de wielen met wiggen.
Het is verboden om te rijden of de truck te verplaatsen met personen of lading/materialen in de
mand, de toren of op de vloer van het loopvlak van het frame.
VOOR HET OMHOOG GAAN
Voer dagelijkse inspecties uit zoals aangegeven in hoofdstuk 4 "Onderhoud".
Draag de beschermende helmen en de goedgekeurde veiligheidskleding.
Zet het vergrendelingsapparaat voor de hendels van de hydraulische verdeler van de toren.
Controleer of de automatische nivellering van de mand perfect is ingesteld (mand horizontaal) en
onder druk staat.
Bevestig de veiligheidsgordels (bevestigingen voor één persoon op de mand).
Sluit de instapbeveiligingen.
Zorg er nogmaals voor dat alle bedieningselementen goed werken en bevestig het werkende materiaal
goed, zodat het niet kan bewegen of gevaar kan opleveren.
Zorg ervoor dat alle operators op de hoogte zijn van de gebruiks- en onderhoudsvoorschriften.
TIJDENS HET OMHOOG GAAN
Let bij het verplaatsen op de reizen van de armen; tijdens rotatie, heffen, dalen, marcheren, enz., let
op eventuele mogelijke obstakels.
Houd een minimale afstand aan van minimaal 5 m (vijf meter) van elektrische lijnen en masten en
volg de geldende voorschriften voor minimale afstanden.
Vermijd elke botsing van de mand of armen met de cabine van de truck, stabilisatoren of met andere
delen van de machine, met vaste (gebouwen) of bewegende (voertuigen, kranen, enz.) obstakels.
Ga niet staan onder het werkgebied van de apparatuur, met name onder de armen en de mand.
Gebruik de apparatuur alleen voor verticale bewegingen, voer nooit enige worp of stoot uit in welke
richting dan ook.
Houd uw handen ver weg van gewrichten of openingen.
Het is verboden om lading in en uit de mand te verplaatsen.
AAN HET EINDE VAN HET WERK
Zorg ervoor dat de structuur en de mand waarin de operator staat zich in een niet-werkende positie
bevinden en dat de stabilisatoren volledig zijn teruggekomen.
MUM SO-0054 fs3 * Cap. 2.4 *
Advertenties
Inhoudsopgave
