Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

3. Blader in de lijst met functiesneltoetsen om een item te selecteren.
K
Druk op
om de toegewezen sneltoets op te slaan.
4. Blader in de lijst contactpersonen om een contactpersoon te selecteren.
K
Druk op
om de toegewezen sneltoets op te slaan.
5. Herhaal de bovenstaande stap om functiesneltoetsen toe te voegen of te
wijzigen.
6. Als u een sneltoets wilt annuleren en de oorspronkelijke functie van de
toets wilt herstellen, gaat u naar de sneltoets die u wilt annuleren en
>
drukt u op
annuleren.

Sneltoetsen gebruiken

U kunt sneltoetsen op twee manieren gebruiken:
1. Houd vanuit het stand-byscherm een alfanumerieke toets ingedrukt
om toegang te krijgen tot de daaraan toegewezen sneltoets.
2. Druk in het stand-byscherm op
openen. U kunt dan het volgende doen:
a. Het selectievakje verplaatsen naar het pictogram dat overeenkomt
met de gewenste toets. Druk vervolgens op
krijgen tot de daaraan toegewezen sneltoets.
b. Druk op de overeenkomstige alfanumerieke toets om toegang te
krijgen tot de daaraan toegewezen sneltoets.
36
Uw telefoon gebruiken
(Optie). Selecteer Verwijderen om de sneltoets te
Á
om het menu Sneltoetsen te
K
om toegang te

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave