5.
Open de plastic klem rechts van de interfaceconnectors door aan de bovenste tab
te trekken. Leid de kabel door de plastic klem en sluit de klem (zie illustratie).
6.
Sluit het achterpaneel.
Let op:
c
Sluit het achterpaneel altijd alvorens af te drukken.
7.
Stop het andere eind van de kabel in de computer. (Als de kabel een aardingsdraad
heeft, bevestigt u deze aan de aardingsconnector aan de achterzijde van de computer.)
Als u de printer aansluit op de seriële interface moet u de DIP-schakelaar van de printer
afstemmen op seriële communicatie. Om de communicatie tussen de printer en de
computer naar behoren te laten verlopen moet u wellicht nog twee andere instellingen
voor seriële communicatie wijzigen, namelijk de seriële bit rate en de pariteit. Voor
meer details over het instellen van DIP-schakelaars raadpleegt u hoofdstuk 3 van de
User's Guide.
18
De printer gebruiksklaar maken