4.
Als u de kabel aansluit op de parallelle connector knijpt u de draadklemmetjes
dicht tot ze aan weerszijden van de connector vastklikken. Als de kabel een
aardingsdraad heeft, koppelt u deze aan de aardingsconnector van de printer.
.
Als u de kabel aansluit op de seriële interface, draait u de schroefjes op de
kabelconnector vast.
.
Opmerking:
Als de met de kabel meegeleverde schroeven niet in de moeren van de inter-
faceconnector passen, vervangt u deze moeren door de extra moeren die u
samen met de printer ontving.
De printer gebruiksklaar maken
17