4 Monteren
Referentievlak
Inbouwpositie
14
Fig. 3: Positie van de polarisatie
1
Markeringsgat
Het meetbereik van de VEGAPULS 63 begint fysiek bij het uiteinde
van de antenne, bij de inregeling echter bij het referentievlak. Het
referentievlak verschilt afhankelijk van de uitvoering van de sensor.
•
Flens met gekapseld antennesysteem: het referentievlak is de
onderzijde van de flensbekleding
•
Hygiënische aansluiting: het referentievlak is het hoogst gele-
gen contactpunt tussen procesaansluiting sensor en inlassok
De volgende grafiek toont de positie van het referentievlak bij ver-
schillende sensoruitvoeringen.
2
Fig. 4: Positie van het referentievlak
1
Referentievlak
2
Flensaansluitingen
3
Hygiënische aansluitingen
Monteer de VEGAPULS 63 op een positie, die minimaal op 200 mm
(7.874 in) afstand van de tankwand ligt. Wanneer de sensor in tanks
met bol of rond dak wordt gemonteerd, kunnen veelvoudige echo's
ontstaan, die door een inregeling moeten worden onderdrukt (zie
hoofdstuk "Inbedrijfname").
Wanneer u deze afstand niet kunt aanhouden, moet u bij de inbe-
drijfname een stoorsignaalonderdrukking uitvoeren. Dit geldt vooral,
wanneer aanhechtingen op de tankwand te verwachten zijn. In dit
geval verdient het aanbeveling, de stoorsignaalonderdrukking op een
later tijdstip wanneer de aanhechting aanwezig is, te herhalen.
1
1
3
VEGAPULS 63 • HART en accupack
1