A
Een zoomobjectief gebruiken
Gebruik de zoomring om op het onderwerp in te zoomen zodat het een
groter gebied van het beeld vult, of zoom uit om het zichtbare gebied in de
definitieve foto te vergroten. Tijdens filmopnamen met de 1 NIKKOR VR
10–30mm f/3.5–5.6 PD-ZOOM wordt de zoomsnelheid niet beïnvloed door
de snelheid waarmee de ring wordt gedraaid.
z
Als u een 1 NIKKOR VR 10–100mm f/4.5–5.6
PD-ZOOM-objectief (apart verkrijgbaar)
gebruikt, schuif de motorgestuurde
zoomschakelaar naar T om in te zoomen en
naar W om uit te zoomen. De snelheid waarmee
de camera in- en uitzoomt varieert afhankelijk
van hoe ver u de schakelaar verschuift. De
zoompositie wordt aangeduid door de
zoomhulp in de weergave.
A
Gezichtprioriteit
De camera detecteert en stelt scherp op
personen (gezichtprioriteit). Een dubbele gele
rand wordt weergegeven wanneer de camera
een persoon voor de camera detecteert (als er
meerdere gezichten, maximaal vijf, worden
gedetecteerd, dan selecteert de camera het
onderwerp dat het dichtst bij is). Druk de
ontspanknop half in om scherp te stellen op het onderwerp in de dubbele
gele rand. De rand verdwijnt uit de weergave als de camera niet langer in
staat is het onderwerp te detecteren (omdat het onderwerp bijvoorbeeld
wegkijkt).
40
Inzoomen
Zoomring
Uitzoomen
Zoomhulp