D
Automatisch uitschakelen
Witbalansmeting wordt beëindigd zonder dat er een nieuwe waarde wordt
verkregen als er geen handelingen worden uitgevoerd gedurende de
geselecteerde tijd voor Automatisch uitschakelen in het setup-menu
(0 197; de standaardinstelling is 1 minuut).
D
Voorinstelling witbalans
De camera kan slechts één waarde tegelijk opslaan voor voorinstelling
witbalans; de bestaande waarde wordt vervangen zodra een nieuwe
waarde wordt gemeten. Merk op dat de belichting automatisch wordt
verhoogd met 1 LW bij het meten van de witbalans; in stand M wordt de
belichting zodanig aangepast, dat de belichtingsaanduiding ±0 (0 70)
toont.
A
Kleurtemperatuur
De waargenomen kleur van een lichtbron hangt af van de kijker en van
andere omstandigheden. Kleurtemperatuur is een objectieve maateenheid
voor de kleur van een lichtbron, die wordt gedefinieerd als de temperatuur
waarop een voorwerp zou moeten worden verhit om licht met dezelfde
golflengte uit te stralen. Terwijl lichtbronnen met een kleurtemperatuur in
de buurt van 5.000–5.500 K er wit uitzien, hebben lichtbronnen met een
lagere kleurtemperatuur, zoals gloeilampen, een enigszins gele of rode
zweem. Lichtbronnen met een hogere kleurtemperatuur hebben een
blauwe zweem. De witbalansopties van de camera zijn aangepast aan de
volgende kleurtemperaturen (alle waarden zijn bij benadering):
• Natriumdamplampen: 2.700 K
• J (gloeilamplicht)/Warm-wit tl-licht:
3.000 K
• Wit tl-licht: 3.700 K
• I (koel wit tl-licht): 4.200 K
• Dagwit tl-licht: 5.000 K
• H (direct zonlicht): 5.200 K
• N (flitser): 5.400 K
• G (bewolkt): 6.000 K
• Daglicht tl-licht: 6.500 K
• Kwikdamplampen: 7.200 K
• M (schaduw): 8.000 K
i
171