Tabel 3-2. Foutoplossing
Probleem
Mogelijke oorzaak
Het scherm is
De monitor staat in de
blanco en de
modus Stand-
voedingsindicator
by/Onderbroken.
is amber.
De
De videosignaalkabel
voedingsindicator
zit los of is
is amber, maar er
losgekoppeld van het
is geen beeld.
systeem of de
monitor.
De helderheid en het
contrast van de
monitor staat op de
laagste instelling.
Een of meerdere
Dit is een kenmerk
pixels worden
van de LCD-
verkleurd
technologie en is geen
weergegeven.
defect van LCD.
•
Vage lijnen in
•
Beeldinstelling is
tekst of een
niet
onscherp
geoptimaliseerd.
beeld.
•
De instelling
•
Horizontale
Weergave-
of verticale
eigenschappen
lijnen door
van uw systeem
het beeld.
is niet
geoptimaliseerd.
Het beeld is niet
De optimale resolutie
acceptabel bij
voor elke modus is
omschakelen naar
niet ingesteld
dubbele modus
Aanbevolen actie
•
Druk op een toets op het
toetsenbord of beweeg de
muis om de bewerking te
herstellen.
•
Controleer de instellingen
voor voedingsopties op uw
computer.
Zorg ervoor dat de videokabel
goed is aangesloten op het
systeem.
Pas de instelling voor helderheid
en contrast aan via het OSD-
menu.
Als er meer dan vijf pixels
ontbreken, neemt u contact op
met het Klantenservicecentrum.
Pas de resolutie-instellingen in
uw systeem aan zodat ze passen
bij de eigen resolutie voor deze
monitor: 1920 x 1080 bij 60 Hz.
Voer een automatische
beeldinstelling uit. Als
automatische beeldinstelling niet
helpt, voert u een handmatige
beeldinstelling uit.
Bij het werken in de eigen
resolutie, kunt u aanvullende
verbeteringen vinden door het
afstellen van de instelling Dots
Per Inch (DPI) in uw systeem.
•
Gebruik ThinkVision® Duo
software om het gebruik met
twee schermen te
optimaliseren
•
De resolutie van de
grafische kaart handmatig
aanpassen
Referentie
"Inzicht in
energiebeheer" op
pagina 2-15
"De monitor
monteren" op pagina
1-6
"Het beeld van uw
monitor afstellen" op
pagina 2-8
Bijlage A. "Service
en ondersteuning" op
pagina A-1
"Het beeld van uw
monitor afstellen" op
pagina 2-8
"Een ondersteunde
weergavemodus
selecteren" op pagina
2-14
Zie het gedeelte
Geavanceerd van de
weergave-
eigenschappen van
uw systeem.
"De
bedieningselementen
gebruiken" op pagina
2-8
3-7
Hoofdstuk 3.