USB-installatie mislukt of het afdrukken via USB werkt niet
Wanneer de installatie is mislukt, verwijdert u het stuurprogramma en probeert u
de USB-aansluiting opnieuw te installeren.
Controleer of uw computer een USB-poort heeft en juist is geconfigureerd voor
gebruik met USB.
Controleer of uw computer aan staat.
Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op de computer en de printer.
Controleer of de printer is ingeschakeld.
Sluit de USB-kabel aan op de computer en de printer en zet de printer aan. Controleer of
Windows de printer kan detecteren. Windows geeft de wizard Nieuwe hardware gevonden
weer zodra de printer wordt gedetecteerd.
De printer drukt niet af na de overschakeling op een andere poort
Sluit de parallelle kabel en de USB-kabel niet gelijktijdig aan op de printer. Gebruik slechts één
type aansluiting tegelijk op de printer.
Controleer of de kabel die u gebruikt goed is aangesloten op de computer en de printer.
Zorg dat de printer is uitgeschakeld als u van poort wisselt. Als dit niet het geval is,
schakel de printer dan uit, wacht een paar seconden en schakel de printer weer aan .
Controleer of de poortinstellingen overeenkomen met de daadwerkelijke aansluiting.
Klik op Start, ga naar Instellingen en klik vervolgens op Printers (Windows NT 4.0, 98,
Me en 2000) of Printers en faxen (Windows XP). Klik met de rechtermuisknop op
het printerpictogram en selecteer Eigenschappen. Selecteer het tabblad Details
(Windows 98 en Me) of het tabblad Poorten (Windows NT 4.0, 2000 en XP) en controleer
de poortinstellingen.
Druk een testpagina af: klik op Start, ga naar Instellingen en klik vervolgens op Printers
(Windows NT 4.0, 98, Me en 2000) of Printers en faxen (Windows XP). Klik met de
rechtermuisknop op het printerpictogram en selecteer Eigenschappen. Selecteer het
tabblad Algemeen en klik vervolgens op Testpagina afdrukken. Als de testpagina wordt
afgedrukt, controleer dan of de juiste printer is geselecteerd in de applicatie van waaruit u
probeert af te drukken.
NLWW
5-13