Onderhoud ................................................................ 26
Smering.................................................................. 28
Smeren............................................................... 28
controleren..................................................... 31
Reiniging ................................................................ 39
Stalling ....................................................................... 40
Schema's .................................................................... 41
Veiligheid
Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker of
eigenaar kan letsel veroorzaken. Om het risico van
letsel te vermijden, dient u zich aan de volgende
veiligheidsinstructies te houden en altijd op het
veiligheidssymbool te letten, dat betekent Voorzichtig,
Waarschuwing of Gevaar- "instructie voor persoonlijke
veiligheid." Niet-naleving van de instructie kan leiden tot
lichamelijk of dodelijk letsel.
De Twister 1600 is geen wegvoertuig en is niet
ontworpen, uitgerust of gebouwd voor gebruik
op de openbare weg.
Vóór het gebruik
• U mag het voertuig pas in gebruik nemen, nadat u
deze handleiding hebt gelezen en de inhoud ervan
hebt begrepen.
• Laat kinderen nooit het voertuig besturen. Iedereen
die het voertuig gebruikt, moet in het bezit van een
rijbewijs zijn.
• Laat volwassenen nooit het voertuig gebruiken
zonder dat zij eerst de Gebruikershandleiding hebben
gelezen en deze hebben begrepen. Alle bestuurders
moeten lichamelijk en geestelijk in staat zijn het
voertuig te besturen.
• Dit voertuig is uitsluitend bedoeld voor vervoer
van de bestuurder en één passagier in de stoel die
de fabrikant heeft geleverd. Vervoer nooit meer dan
één passagier op dit voertuig.
• Bestuur het voertuig nooit als u onder
invloed van drugs of alcohol verkeert. Ook
receptgeneesmiddelen en medicijnen tegen
verkoudheid kunnen slaperigheid veroorzaken.
• Bestuur het voertuig niet als u moe bent. Neem af
en toe pauze. Het is zeer belangrijk dat u te allen
tijde alert bent.
• Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de
bedieningsorganen en weet hoe u de motor snel
kunt stoppen.
• Zorg ervoor dat alle veiligheidsschermen,
veiligheidsvoorzieningen en stickers op
hun plaats zitten. Als veiligheidsschermen,
veiligheidsvoorzieningen of stickers in slechte staat
verkeren, onleesbaar zijn of beschadigd raken,
moet u deze herstellen of vervangen, voordat u het
voertuig gaat gebruiken.
3