vulbuis). De ruimte in de tank geeft de benzine de
kans om uit te zetten. Niet te vol vullen.
5. Draai de tankdop stevig vast. Neem gemorste
brandstof op.
Transmissieoliepeil
controleren
Het peil van de transaxle-olie moet tot aan de
onderkant van de opening van de niveau-aanwijzer
staan (Figuur 22). Als dit niet het geval is, moet u
het reservoir met voldoende vloeistof vullen; zie
Transaxle-olie verversen in Onderhoud aandrijfsysteem
, bladz. 33.
Figuur 22
1. Opening van niveau-aanwijzer
Motor starten
Belangrijk: Probeer de motor niet te starten door
het voertuig aan te duwen of te slepen.
1. Neem plaats op de bestuurdersstoel.
2. Zet de schakelhendel in de neutraalstand.
Opmerking: De motor start alleen maar als de
schakelhendel in de neutraalstand staat.
3. Steek het sleuteltje in het contact, draai dit op Start
en trek de chokehendel uit. Laat het sleuteltje los
zodra de motor aanslaat.
Opmerking: Als de motor heeft gelopen en warm
is, hoeft u de chokehendel niet uit te trekken.
4. Nadat de motor is gestart en opgewarmd, zet u de
chokehendel langzaam op Off. Als de motor afslaat
of hapert, trekt u de choke gedurende een paar
seconden uit voordat u deze op Off zet.
5. Zet de parkeerrem vrij.
6. Zet de schakelhendel in de gewenste stand.
7. Om het voertuig te laten rijden, moet u de
schakelhendel in de gewenste stand zetten en het
gaspedaal langzaam intrappen.
Het voertuig tot stilstand
brengen
Om het voertuig tot stilstand te brengen, haalt u
uw voet van het gaspedaal en trapt u het rempedaal
langzaam in.
Opmerking: De lengte van de remweg kan variëren,
afhankelijk van de lading en de snelheid van het
voertuig.
Het voertuig parkeren
1. Stel de parkeerrem in werking en draai het
contactsleuteltje op Off.
2. Verwijder het sleuteltje uit het contact om te
voorkomen dat de motor per ongeluk start.
De laadbak gebruiken
Laadbak ophalen
Als de laadbak tijdens het rijden omhoog staat,
bestaat de kans dat de voertuig gemakkelijker
omslaat of gaat rollen. De laadbak kan
beschadigd raken als deze tijdens het gebruik
van het voertuig omhoog staat.
• Gebruik het voertuig uitsluitend als de
laadbak is neergelaten.
• Nadat de lading is gestort, moet u de
laadbak neerlaten.
1. Zet de hendels aan beide zijden van de laadbak
omhoog en haal deze op (Figuur 23).
1. Hendel
2. Zet de steunstang in de borgsleuf om de laadbak
vast te zetten (Figuur 24).
22
Figuur 23