Reiniging
De koelribben van de
radiateur reinigen
Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsu-
ren—Radiateurribben reinigen.
Belangrijk:
Spuit nooit water op een
heet motorcompartiment; dit kan de motor
beschadigen.
1.
Plaats de spuitmachine op een horizontaal
oppervlak, stel de parkeerrem in werking,
schakel de spuitpomp uit, zet de motor af en
verwijder het sleuteltje.
2.
Kantel de bestuurders- en passagiersstoel naar
voren en lijn de steunstang uit met de pal in het
geleidergat van de steunstang.
3.
Laat het koelsysteem afkoelen.
4.
Verwijder het inspectieluik van de stoelbasis; zie
Het inspectieluik van de stoelbasis verwijderen
(bladz.
52).
5.
Reinig de radiateurribben met een zachte borstel
en perslucht onder lage druk.
Opmerking:
Indien nodig moet u de
radiateurribben vaker reinigen. Controleer alle
koelvloeistofslangen en vervang deze als zij
lekken, beschadigd zijn of tekenen van slijtage
vertonen.
6.
Laat de bestuurders- en de passagiersstoel
zakken.
7.
Monteer het inspectieluik van de stoelbasis; zie
Het inspectieluik van de stoelbasis monteren
(bladz.
52).
De vloeistofstroommeter
reinigen
Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren/Jaar-
lijks (houd hierbij de kortste periode
aan) (vaker bij gebruik van bevoch-
tigbaar poeder).
1.
Het volledige spuitsysteem grondig uitspoelen
en aftappen.
2.
Verwijder de vloeistofstroommeter en spoel
deze af met schoon water.
3.
Verwijder de borgring aan de stroomopwaartse
kant
(Figuur
102).
1. Flens (behuizing van
vloeistofstroommeter)
2. Stroomafwaartse naaf
(met spiebaan naar
boven)
3. Borgring
4. Stroomafwaarts gerichte
pijl
5. Stroomopwaarts
6. Rotor/magneet
4.
Reinig de turbine en de turbinenaaf om
metaalvijlsel en bevochtigbaar poeder te
verwijderen.
5.
Controleer de turbinebladen op slijtage.
Opmerking:
laat deze draaien. De turbine moet vrij kunnen
draaien en mag niet te veel aanlopen. Als de
turbine niet vrij draait of erg aanloopt, moet u
deze vervangen.
6.
Monteer de vloeistofstroommeter.
7.
Gebruik lichte luchtdruk (0,34 bar) om ervoor te
zorgen dat de turbine vrij draait.
Opmerking:
dan de zeskantige pal aan de onderkant van de
turbinenaaf 1/16 draai tot de turbine vrij draait.
De mengklep en de
spuitboomkleppen reinigen
•
Reinig de mengklep aan de hand van de volgende
hoofdstukken:
1.
De klepactuator verwijderen (bladz. 79)
2.
De mengverdelerklep verwijderen (bladz.
79)
3.
De verdelerklep reinigen (bladz. 81)
78
Figuur 102
7. Stroomopwaartse naaf en
lager (met spiebaan naar
boven)
8. Turbinepal
9. Draadboomklem
10. Flenskopschroef
11. Sensorconstructie
Houd de turbine in uw hand en
Als de turbine niet vrij draait, geef
g214630