Ruimtevoeler
De F1345 kan met een ruimtesensor (BT50) worden
uitgebreid. De ruimtetemperatuursensor heeft maxi-
maal drie functies:
1. Weergave van de huidige kamertemperatuur in
het display van de warmtepomp.
2. Optie om de gewenste kamertemperatuur in °C te
veranderen.
3. Mogelijkheid tot wijzigen/stabiliseren van de
aanvoertemperatuur op basis van de kamertempe-
ratuur.
Installeer de sensor op een neutrale plaats aan de wand
waar de insteltemperatuur is vereist. Een geschikte lo-
catie is op een vrije binnenwand in een hal op ca. 1,5
m boven de grond. Het is belangrijk dat de sensor tij-
dens het meten van de juiste kamertemperatuur niet
wordt gehinderd, wat het geval is als de sensor in een
nis, tussen planken, achter een gordijn, boven of nabij
een warmtebron, in een tochtstroom van een buiten-
deur of in direct zonlicht wordt geplaatst. Ook dichtge-
draaide radiatorthermostaten kunnen problemen ver-
oorzaken.
De warmtepomp werkt zonder de sensor, maar indien
de gebruiker de binnentemperatuur van de woning
wil aflezen op de display van de F1345, moet de sensor
worden geïnstalleerd. Sluit de ruimtesensor aan op
X6:14 en X6:GND.
Indien de voeler wordt gebruikt om de kampertempe-
ratuur te wijzigen in °C en/of om de kamertemperatuur
te wijzigen/stabiliseren, moet de sensor worden geac-
tiveerd in menu 1.9.4.
Indien de ruimtevoeler wordt gebruikt in een kamer
met vloerverwarming, dient deze uitsluitend een
weergavefunctie te hebben en geen controlerende
functie van de kamertemperatuur.
28
Hoofdstuk 5 |
Elektrische aansluitingen
13 14 15
F1345
Externt
LET OP!
Wijzigingen van temperatuur in de woning
nemen tijd in beslag. Korte perioden in combi-
natie met vloerverwarming leveren bijvoor-
beeld geen merkbaar verschil op in de kamer-
temperatuur.
Stapgeregelde bijverwarming
Voorzichtig!
Merk alle elektrische schakelkasten met
waarschuwingsstickers voor externe spanning.
Externe stapgeregelde bijverwarming kan worden
aangestuurd door maximaal drie potentiaalvrije relais
in de warmtepomp (3-staps lineair of 7-staps binair).
Met het accessoire AXC 50 worden nog eens drie po-
tentiaalvrije relais gebruikt voor bijverwarmingsrege-
ling, wat maximaal 3+3 lineaire of 7+7 binaire stappen
oplevert.
Stapinschakeling vindt plaats met een minimaal interval
van 1 minuut en stapuitschakelingen met een minimaal
interval van 3 seconden.
Stap 1 wordt aangesloten op klemmenstrook X3:1 en
2.
Stap 2 wordt aangesloten op klemmenstrook X3:3 en
4.
Stap 3 wordt aangesloten op klemmenstrook X3:5 en
6.
De instellingen voor stapgeregelde bijverwarming
worden verricht in menu 4.9.3 en menu 5.1.12.
Alle bijverwarming kan worden geblokkeerd door een
potentiaalvrije schakelaar aan te sluiten op de softwa-
regeregelde ingang, klemmenstrook X6 (zie pagina
30), die wordt geselecteerd in menu 5.4.
Als de relais gebruikt moeten worden voor bedrijfsspan-
ning, verbindt u de voeding van X2:6 door naar X3:2,
X3:4 en X3:6. Sluit de nul van een externe bijverwar-
ming aan op X2:8.
1 2 3 4 5 6
F1345
Externt
NIBE™ F1345