5 Elektrische aansluitingen
Algemeen
Alle elektrische apparatuur met uitzondering van de
buitensensoren, ruimtesensoren en de stroomsensoren
is af fabriek al aangesloten. Voor 40 en 60 kW vinden
levering en installatie van de circulatiepomp bronsys-
teem buiten de warmtepomp plaats (geldt niet voor
alle landen, zie lijst met geleverde artikelen).
Voorafgaand aan een isolatietest van de woning
moet de warmtepomp worden losgekoppeld.
Als het gebouw is uitgerust met een aardlekschake-
laar, moet elke F1345 worden voorzien van een af-
zonderlijke aardlekschakelaar.
Indien van een automatische zekering gebruik
wordt gemaakt, moet deze minimaal motorkarak-
teristiek "C" hebben. Zie pagina 44 voor de grootte
van de zekering.
Zie voor het bedradingsschema van de warmte-
pomp pagina 47.
Communicatie- en sensorkabels naar externe aan-
sluitingen moeten niet dichtbij hoogspanningska-
bels worden gelegd.
De minimale doorsnede van de communicatie- en
sensorkabels naar externe aansluitingen dient 0,5
mm² met een max. lengte van 50 m te bedragen,
bijvoorbeeld EKKX of LiYY of gelijkwaardig.
Gebruik voor het trekken van kabels in de F1345
kabeldoorvoeren (bijv. UB2, stroomkabels en UB3,
signaalkabels, zie tekening). Zet de kabels met ka-
belbandjes vast in de openingen in het paneel (zie
afbeelding).
Voorzichtig!
De schakelaar (SF1) mag niet in de stand " " of
"
" worden gezet voordat de boiler met wa-
ter is gevuld. Als dat wel gebeurt, kan de
compressor beschadigd raken.
22
Hoofdstuk 5 |
Elektrische aansluitingen
Voorzichtig!
De elektrische installatie en het onderhoud
moeten worden uitgevoerd onder toezicht
van een erkend elektrotechnisch installateur.
Schakel, voordat u met het onderhoud aan-
vangt, de stroom uit met de werkschakelaar.
De elektrische installatie en de bedrading
moeten conform de geldende voorschriften
worden uitgevoerd.
Voorzichtig!
Raadpleeg de schematische weergave van uw
systeem voor de plaatsing van de temperatuur-
sensor.
Automatische zekering
Het bedrijfscircuit van warmtepomp en een groot deel
van de interne componenten daarvan zijn intern geze-
kerd door een automatische zekering (FC1).
NIBE™ F1345