4 Aansluiting van de leidingen
Algemeen
De leidingen moeten worden aangesloten volgens de
geldende normen en voorschriften. De F1345 kan
werken met een retourtemperatuur van maximaal 58
°C en een uitgaande temperatuur vanuit de warmte-
pomp van 65 °C.
De F1345 is niet voorzien van interne afsluiters. Deze
moeten worden geïnstalleerd om toekomstig onder-
houd te vereenvoudigen.
Voorzichtig!
Voordat de warmtepomp wordt aangesloten,
moet het leidingsysteem worden doorge-
spoeld om te voorkomen dat componenten
beschadigd of verstopt raken door verontrei-
nigingen.
Voorzichtig!
Soldeer niet rechtstreeks op de leidingen van
de warmtepomp. Dit vanwege interne senso-
ren.
Er moet gebruik worden gemaakt van een
knelkoppeling of een perskoppeling.
Symboolverklaring
Sym-
Betekenis
bool
Ontluchtingsklep
Afsluiter
Terugslagklep
Shunt-/regelafsluiter
Overstortventiel
Temperatuurvoeler
Expansievat
Drukmeter
P
Circulatiepomp
Vuilfilter
Hulprelais
Compressor
Warmtewisselaar
14
Hoofdstuk 4 |
Aansluiting van de leidingen
Systeemschema
De F1345 bestaat uit twee warmtepompmodules, cir-
culatiepompen en een regelsysteem plus een mogelijke
bijverwarming. De F1345 is aangesloten op het bron-
en verwarmingssysteem.
In de verdamper van de warmtepomp geeft de bron-
vloeistof (water vermengd met antivries, glycol of
ethanol) haar energie af aan het koudemiddel dat
wordt verdampt om in de compressor te worden ge-
comprimeerd. Het koudemiddel, waarvan de tempera-
tuur intussen is toegenomen, wordt naar de condensor
geleid, waar het haar energie aan het verwarmingssys-
teem en aan een eventueel aangesloten boiler afgeeft.
Indien er meer vraag is naar verwarming/warmtapwa-
ter dan de compressoren kunnen leveren, is het moge-
lijk om een extern elektrisch verwarmingselement aan
te sluiten.
EP 14
Compressormodule
EP 15
Compressormodule
XL 1
Aansluiting, toevoer verwarmingssyteem
XL 2
Aansluiting, retour van verwarmingssysteem
XL 6
Aansluiting, bronvloeistof in
XL 7
Aansluiting, bronvloeistof uit
NIBE™ F1345