Motorbeveiliging
De motorbeveiligingen (EP14-FC2) en (EP15-FC2) on-
derbreken de stroom naar de betreffende compressor
indien de stroomsterkte te hoog is.
Resetten
De motorbeveiligingen (EP14-FC2) en (EP15-FC2) zijn
toegankelijk achter het voorpaneel. U kunt de betref-
fende beveiliging resetten door de selectieknop hori-
zontaal te draaien.
LET OP!
Controleer de automatische zekering en de
motorbeveiligingen. Het kan zijn dat deze tij-
dens het transport zijn uitgeschakeld.
Kabelslot
Gebruik een geschikt hulpmiddel om de kabels los te
maken/ te vergrendelen in de klemmenstroken van de
warmtepomp.
NIBE™ F1345
3,5 mm
1 mm
Aansluitingen
Voorzichtig!
Om interferentie te voorkomen, mogen niet-
afgeschermde communicatie- en/of sensorka-
bels naar externe aansluitingen niet dichter
dan 20 cm bij een hoogspanningskabel wor-
den gelegd.
Spanningaansluiting
De F1345 moet worden geïnstalleerd via een isolator-
schakelaar met een schakelafstand van min. 3 mm. De
min. kabeldikte moet worden afgestemd op de gebruik-
te zekeringcapaciteit. De meegeleverde kabel voor in-
gaande voeding wordt aangesloten op klemmenstrook
X1.
LEK
Voorzichtig!
De F1345 beschikt over een scrollcompressor,
wat inhoudt dat het belangrijk is dat elektri-
sche aansluitingen met de juiste fasevolgorde
worden verricht. Met een onjuiste fasevolgor-
de start de compressor niet en wordt er een
alarm weergegeven.
Tariefregeling
Als de spanning voor de compressoren gedurende een
bepaalde periode wegvalt, moeten deze gelijktijdig
worden geblokkeerd via de softwaregeregelde ingang
(AUX-ingang) om een alarm te voorkomen, zie pagina
30.
Tegelijkertijd moet er externe bedrijfsspanning voor
het regelsysteem worden aangesloten op de warmte-
pomp, zie pagina 24.
Hoofdstuk 5 |
PE
N L1 L2 L3
Elektrische aansluitingen
23