5.9 Justeren
Omdat de waarde van de valversnelling niet op elke plek op aarde gelijk is, dient elke
weegschaal aangepast te worden - conform de weegregel voortvloeiende uit regels
van natuurkunde - aan de valversnelling op de plaats van installatie van de
weegschaal (enkel indien de weegschaal niet eerder in fabriek is gejusteerd op de
plaats van installatie). Een dergelijk justeerproces dient men uit te voeren bij eerste
ingebruikname, na elke wijziging van locatie als ook bij temperatuurschommelingen
van de omgeving. Om nauwkeurige meetresultaten te verzekeren wordt het
aanvullend aanbevolen om de weegschaal ook cyclisch in de weegmodus te
justeren.
De wegingsnauwkeurigheid kan op elk moment worden gecontroleerd en opnieuw
met het justeergewicht ingesteld.
Handelingen tijdens het justeren:
Voor
stabiele
omgevingsomstandigheden
verzekeren voor stabilisatie van de weegschaal.
De weegschaal met de toets
Drukken en ca. 5 s lang de toets
totdat op de display kort de aanduiding "--------" verschijnt
en vervolgens de aanduiding "CAL".
Het verschijnt daarna het nummer van de interne analoog-
digitaalomzetter A/D.
De toets
drukken op de display wordt de grootte van
het justeergewicht afgelezen (zie hoofdstuk 1 "Technische
gegevens")
Het
justeergewicht
weegschaalplateau plaatsen.
De aanduiding "--------" verschijnt kort en daarna de
aanduiding "F".
10
aanzetten.
ingedrukt houden,
in
het
midden
zorgen.
Vereiste
van
het
EMB-S-BA-nl-1612
opwarmingstijd
(voorbeeld)
(voorbeeld)