Omgevingscondities
Procescondities
Montagebeugel
Polarisatie
VEGAPULS C 21 • Modbus- en Levelmaster-protocol
4
Monteren
4.1
Algemene instructies
Het instrument is voor normale en uitgebreide omgevingsomstandig-
heden conform DIN/EN/IEC/ANSI/ISA/UL/CSA 61010-1 geschikt. Het
kan zowel binnen als buiten worden gebruikt.
Opmerking:
Het instrument mag uit veiligheidsoverwegingen alleen binnen de
toegestane procesomstandigheden worden gebruikt. De specificaties
daarvan vindt u in hoofdstuk "Technische gegevens" van de handlei-
ding resp. op de typeplaat.
Waarborg voor de montage, dat alle onderdelen van het instrument
die in aanraking komen met het proces, geschikt zijn voor de optre-
dende procesomstandigheden.
Daarbij behoren in het bijzonder:
•
Meetactieve deel
•
Procesaansluiting
•
Procesafdichting
Procesomstandigheden zijn in het bijzonder:
•
Procesdruk
•
Procestemperatuur
•
Chemische eigenschappen van het medium
•
Abrasie en mechanische inwerkingen
4.2
Montagevarianten
Voor een starre montage verdient gebruik van een montagehoekstuk
met opening voor schroefdraad G1½A aanbeveling, bijv. uit het VE-
GA-leveringsprogramma. De sensor wordt in het hoekstuk bevestigd
via een G1½A-contramoer van kunststof. Zie voor de aanbevolen
afstand tot de wand het hoofdstuk "Montagevoorschriften".
Fig. 5: Montage via een montagehoekstuk
4.3
Montage-instructies
De uitgezonden radarimpulsen van de radarsensor zijn elektromag-
netische golven. De polarisatie is de richting van het elektrische
aandeel. Door draaien van het instrument in de montagebeugel kan
> 200 mm
(7.87")
4 Monteren
11