INSTALLATIE EN GEBRUIK VAN DE ELEKTROMOTOR
2.
Om de stuurfrictie te verlagen draait u de stuurfrictiekraag linksom.
a
Motordiepte aanpassen
Vermijd mogelijk ernstig letsel door plotseling vallen van de motor wanneer u de motordiepte instelt. Pak
de motoras met een hand beet terwijl u de motor hoger of lager zet.
HANDBEDIENDE MODELLEN
Pas de diepte van de motor aan om de prestatie van de elektromotor op verschillende vaardiepten te
verbeteren.
BELANGRIJK: Zorg bij het aanpassen van de motordiepte dat de schroefbladen zich volkomen 15–30 cm
(6–12 in.) onder het wateroppervlak bevinden, om 'luchthappen' te vermijden.
1.
Pak de motorkolom stevig met de ene hand beet terwijl u de diepteafstelkraag tegenhoudt.
2.
Laat de diepteafstelkraag los totdat de motorkolom vrij beweegt.
3.
Breng de motorkolom omhoog of omlaag totdat de schroefbladen 15–30 cm (6–12 in.) onder het
wateroppervlak gekomen zijn en zet de kraag vast.
MODELLEN MET STUURKABEL
BELANGRIJK: Zorg bij het aanpassen van de motordiepte dat de schroefbladen zich volkomen 15–30 cm
(6–12 in.) onder het wateroppervlak bevinden, om 'luchthappen' te vermijden.
1.
Pak de motorkolom stevig vast met een hand.
2.
Draai de steunklampknop los totdat de motoras onbelemmerd kan schuiven.
a -
Stuurweerstandring
54522
!
a
a -
Diepte-afstelkraag
54523
OPGELET
18
nld