Instelling
Standaard modus
Relais-modus
(instelling 11)
7.3.2. Relais omvormen
Deze functie tussen een normaal buiten werking gesteld (contact open) of een normaal in werking gesteld (contact gesloten)
relais.
Wanneer omgevormd worden de open en gesloten omstandigheden, zoals beschreven in alle relaisinstellingen omgevormd (met
uitzondering van de
Relaisstatus
Merk op dat de "normaal in werking gestelde" instelling lichtjes het vermogengebruik van de accubewaker verhoogt.
Instelling
Vorm relais om (instelling 12)
7.3.3. Relaisstatus
Dit is een alleen lezen-parameter en het toont of de relais open of gesloten is (buiten werking gesteld of in werking gesteld).
Instelling
Relaisstatus (instelling 13)
7.3.4. Relais minimaal gesloten tijd
Stelt de minimale tijd in dat de "gesloten" toestand aanwezig blijft nadat de relais in werking werd gesteld.
Merk op dat dit wijzigt naar "open" en buiten werking gesteld wanneer de relaisfunctie omgevormd werd
instelling).
Een applicatievoorbeeld is om een minimale looptijd van aggregaat in te stellen wanneer de relais ingesteld is op "laad" modus
(Relais-modus [26]
instelling).
Instelling
Relais minimaal gesloten tijd (instelling 14)
7.3.5. Relais uit vertraging
Stelt de hoeveelheid tijd in dat de "buiten werking gestelde" toestand aanwezig moet zijn voordat de relais opent.
Een applicatievoorbeeld is om een aggregaat een tijdje te laten draaien om de accu beter te laden wanneer de relais ingesteld is
op "laad" modus
(Relais-modus [26]
Pagina 27
Handleiding - BMV-710H Smart
Modi
DFLT
Standaard modus.
CHRG
Laadmodus.
DFLT
REM
Remote modus.
[27]).
Standaard modus
UIT
Standaard
0 minuten
instelling).
Omschrijving
De relaisinstellingen 16 tot 31 kunnen gebruikt
worden om de relais te regelen.
De relais sluit wanneer de laadstatus lager dan
instelling 16 (ontladingslimiet) valt of wanneer
de accuspanning lager dan instelling 18 (lage
spanning relais) valt. De relais gaat open
wanneer de laadstatus hoger is dan instelling
17 (wis relais laadstatus) en de accuspanning
hoger is dan instelling 19 (wis relais lage
spanning).
Een applicatievoorbeeld is om regeling van
een aggregaat te starten en stoppen, samen
met instellingen 14 en 15.
De relais kan geregeld worden via the
VE.Direct interface. Relaisinstellingen 12 en
14 tot 31 worden genegeerd daar de relais
onder volle regeling van het via de VE.Direct
interface verbonden apparaat staat.
Modi
UIT
Normaal buiten werking gesteld
AAN
Normaal in werking gesteld
Waarde
De relais is open (buiten werking
OPEN
De relais is gesloten (in werking
CLSD
Bereik
0 - 8 uur
Bereik
Omschrijving
gesteld)
gesteld)
(Relais omvormen [27]
Stapgrootte
1 minuut
Alle functies en instellingen