Bedieningselementen / instellingen
Het apparaat wordt geregeld door een temperatuurregelaar.
Temperatuurinstelling
De nauwkeurige temperatuurinstelling (140°C tot 280°C) zorgt ervoor dat voedsel
zowel van binnen als van buiten goed gekookt/gebakken wordt.
Als de temperatuur bijvoorbeeld te laag is, wordt het voedsel eerder gedroogd dan
gebakken.
NL
Aan de andere kant kan een te hoge temperatuur leiden tot het verbranden van
gerechten van buitenaf, terwijl ze van binnen rauw blijven (een fenomeen dat soms
wenselijk is voor vlees).
Het kook- en bakproces in de gasoven
AANWIJZING:
Vóór elk gebruik moet de gasoven goed worden opgewarmd. Stel de
temperatuur ongeveer 30 °C hoger in dan de opgegeven temperatuur en
corrigeer na het in de oven plaatsen van de gerechten om een gelijkmatig
effect te verkrijgen.
1. Druk op de draaiknop en draai hem op de gewenste temperatuur tussen 140 °C
en 280 °C.
2. Druk op de piëzo ontstekingsknop.
3. Houd de temperatuurregelaar ongeveer 20 seconden ingedrukt en laat hem
dan los.
4. Zodra de ingestelde temperatuur bereikt is, plaatst u de te garen/roosteren
producten in geschikte GN-bakken of in recipiënten (braadpan, bakblik,
bakplaat, enz.) in de gasovenruimte op het grillrooster.
28 / 34
Gebruiksinstructie
Afb. 5
2837861