Installatieinstructie
•
Vergelijk de gemeten waarde met de verbruiksgegevens in hoofdstuk
"Technische gegevens", tabel 3. Een afwijking van ± 5% is toegestaan.
•
Controleer de druk van de gastoevoer zoals aangegeven in hoofdstuk 7.3
"Onderhoud / G
Ombouw naar een andere gassoort / vereiste instellingen
Het apparaat is in de fabriek ingesteld op aardgas E.
Controleer het soort gas dat in het land van installatie wordt geleverd en schakel
eventueel over op een ander type gas.
Tabellen 1 en 2 in het hoofdstuk "Technische gegevens" geven afhankelijk van
het land van bestemming:
– welke soorten gas kunnen worden gebruikt om het apparaat in te kunnen
schakelen
– sproeiers en instellingen voor elk type gas dat wordt gebruikt.
Het nummer dat in Tabel 2 wordt vermeld voor de overeenkomstige sproeiers, is in
de ombouw van de sproeier gestanst.
Om het apparaat aan te passen aan het type gas waarmee het effectief kan worden
bediend, neemt u de gegevens uit tabel 2 en voert u de volgende stappen uit:
– vervang de sproeier van de hoofdbrander (UM)
– monteer de luchtregelaar van de hoofdbrander op afstand A
– vervang de sproeier van de ontstekingsbrander (UP)
– stel de lucht van de ontstekingsbrander af (indien nodig).
2837861
astoevoerdruk
".
NL
23 / 34