Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Riello 40 FS20 Handleiding Voor Installatie, Gebruik En Onderhoud pagina 29

Inhoudsopgave

Advertenties

De sequentie van impulsen afkomstig van de controledoos iden-
tificeert de mogelijke types van defecten, die worden aangeduid
in Tab. M.
Signaal
Waarschijnlijke oorzaak
Ee wordt geen stabiel vlamsignaal gedetecteerd binnen de veiligheidstijd:
2 knipperingen

De minimum luchtdrukschakelaar sluit niet:
3 knipperingen

De minimum luchtdrukschakelaar schakelt niet om, of opening aanwezig in de kamer vóór de ontsteking:
4 knipperingen

Vlam verdwijnt tijdens de werking:
7 knipperingen


10 knipperingen



Hieronder vindt u een lijst van mogelijke defecten en hun oplos-
singen. Die problemen geven aanleiding tot een abnormale wer-
king van de brander.
Een defect geeft in de meeste gevallen aanleiding tot een abnor-
male werking van de brander zodat de controlelamp van de ont-
grendelingsknop van de controle- en bedieningsdoos (Afb. 4 op
pag. 10) oplicht.
Als dat lampje brandt, kan de brander opnieuw worden opgestart
door een eenvoudige druk op de knop; Als de brander daarna
normaal heropstart dan kan deze onverwachte branderstop wor-
den toegeschreven aan een occasioneel probleem.
In het omgekeerde geval, als de vergrendeling aanhoudt, moet
de oorzaak van de storing gevonden worden en moeten de op-
lossingen toegepast worden die zijn aangeduid in Tab. N.
Signaal
Probleem
2 knipperingen
Na de voorventilatie en

de beveiligingstijd gaat
de brander in vergren-
deling zonder vlamont-
steking
Problemen - Oorzaken - Oplossingen
storing van de ionisatiesonde;
storing van het gasventiel;
omkering fase/neutraalgeleider;
defect van ontstekingstransformator;
brander niet geregeld (onvoldoende gas).
controleer de ingreep van de vergrendeling VPS;
storing van de luchtdrukschakelaar;
luchtdrukschakelaar niet geregeld;
de motor van de rotor draait niet;
ingreep van de maximum drukschakelaar.
storing van de luchtdrukschakelaar;
luchtdrukschakelaar niet geregeld.
brander niet geregeld (onvoldoende gas);
storing van het gasventiel;
kortsluiting tussen de ionisatiesonde en de aarde.
Foute verbinding of interne storing.
Waarschijnlijke oorzaak
De elektromagnetische klep voor de werking laat
weinig gas door
Eén van de twee elektromagnetische kleppen
gaat niet open
Gasdruk te laag
Ontstekingselektrode slecht geregeld
Elektrode aan de massa door stukke isolatie
Hoogspanningskabel defect
Hoogspanningskabel vervormd door hoge tem-
peratuur
Ontstekingstransformator defect
Elektriciteitsaansluitingen van kleppen of trans-
formator zijn fout
Elektrische controledoos defect
Een ventiel vóór de gasstraat blijft gesloten
Lucht in de leidingen
Gasventielen niet aangesloten of spoel onder-
broken
Indien de brander uitvalt, mag deze niet meer dan
twee maal achtereenvolgens ontgrendeld worden
om schade aan de installatie te vermijden. Als de
brander de derde maal vergrendeld wordt, moet
OPGELET
de assistentiedienst gecontacteerd worden.
Indien de brander nog wordt vergrendeld of ande-
re defecten vertoont, mogen de ingrepen uitslui-
tend uitgevoerd worden door bevoegd verklaard
en gespecialiseerd personeel, volgens de aandui-
GEVAAR
dingen in deze aanwijzingen en in overeenstem-
ming met de normen en de wetsbepalingen.
27
NL
Aanbevolen oplossing
Vergroot
Vervang deze
Verhoog de druk met de regelaar
Regel ze
Vervang hem
Vervang hem
Vervang hem en bescherm hem
Vervang hem
Controleer ze
Vervang ze
Open het
Ontlucht ze
Controleer de aansluitingen of ver-
vang de spoelen
Tab. M
20063810

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

569t30

Inhoudsopgave