Bijlage A. De batterij vervangen
© Copyright IBM Corp. 2001
De computer heeft een speciaal geheugen voor de datum, de tijd en de instellingen
van de ingebouwde voorzieningen, zoals de parallelle poort. Door middel van een
batterij blijft deze informatie ook bewaard nadat u de computer hebt uitgezet.
De batterij hoeft nooit te worden opgeladen, maar gaat natuurlijk niet eeuwig mee.
Als de batterij leeg raakt, gaan de datum, tijd en configuratiegegevens (waaronder
ook de wachtwoorden) verloren. Er verschijnt dan een foutmelding wanneer u de
computer aanzet.
Zie "Kennisgeving lithiumbatterij" op pagina vii voor meer informatie.
U vervangt de batterij als volgt:
1.
Zet de computer en alle randapparatuur uit.
2.
Ontkoppel het netsnoer en verwijder de kap. Zie "De kap verwijderen" op pagina
13.
3.
Kijk waar de batterij zich bevindt. Zie "Onderdelen op de systeemplaat" op
pagina 16.
4.
Verwijder indien nodig de adapters die de toegang tot de batterij verhinderen.
Zie "Adapters installeren" op pagina 19 voor meer informatie.
5.
Verwijder de oude batterij.
6.
Installeer de nieuwe batterij.
7.
Plaats adapters die u verwijderd hebt om toegang te krijgen tot de batterij weer
terug. Zie "Adapters installeren" op pagina 19 voor instructies.
8.
Zet de kap terug en sluit het netsnoer weer aan. Zie "De kap terugzetten en de
kabels weer aansluiten" op pagina 28.
NB:
Wanneer de computer voor de eerste keer wordt aangezet nadat de batterij
is vervangen, kan er een foutbericht worden afgebeeld. Dit is normaal na
de vervanging van de batterij.
9.
Zet de computer en alle randapparatuur aan.
10. Gebruik het programma IBM BIOS Setup om de datum, de tijd en de
wachtwoorden in te stellen.
33