Opmerking
Omdat met de flitser uitgeschakeld en bij weinig licht automatisch een lange
sluitertijd wordt ingesteld, doet u er goed aan een statief te gebruiken om bewegen
van de camera tegen te gaan en bewegingsonscherpte te voorkomen.
1
Druk op de keuzeknop voor de flitserfunctie
Hiermee opent u het instelmenu voor de flitser instellingen.
2
Selecteer de gewenste flitserfunctie en druk dan op
de OK/MENU-knop Z.
3
Druk de ontspanknop half in.
Bij lichtomstandigheden waarbij de flitser
nodig is licht het functiepictogram #
(Flitser paraat) op.
4
Maak de opname door de
ontspanknop helemaal in te
drukken.
TIPS
Het functiepictogram # (Flitser wordt opgeladen) knippert.
→ De flitser wordt opgeladen. Wacht tot het functiepictogram # en de oranje
LED naast de zoeker doven.
Opmerking
In de volgende situaties ontsteekt de flitser niet:
Bij repeterende opnamen, supermacro en panorama.
Met de camera in de stand M (Handinstelling) zijn de functies [AUTO]
en [!] (Onderdrukken rode ogen) niet beschikbaar.
Met de camera ingesteld op macro en de zoomlens in de groothoekstand
(W) is het mogelijk dat u met de flitser niet het optimale resultaat verkrijgt.
U doet er dan ook goed aan de door u gemaakte opname in de monitor te
controleren.
FOTOGRAFEREN
#
.
Functiepictogram #
1/1000 F2.8
1/1000
F2.8 0.0
0.0
2560 1920
2560
1920
HQ
HQ
NL
5 5
21