Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Modulerende Regelingen Algemeen; Modulerende Ruimteregeling; Modulerende Weersafhankelijke Regeling Rematic - REMEHA Quinta 25/30 Technische Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

8.4.2 Modulerende regelingen algemeen

Met behulp van een modulerende regelaar wordt het modulerende karakter van de
ketel optimaal benut. De regelaar communiceert met de ketel via een digitale twee-
draads busverbinding.
De regelaar vraagt op basis van ruimte en/of buitentemperatuur continu een aanvoer-
temperatuur (of een vermogen) van de ketel die vervolgens op deze waarde gaat
moduleren.
Hierdoor neemt het aantal bedrijfsuren toe en wordt het aantal starts drastisch gere-
duceerd. In combinatie met de gas- / luchtkoppeling betekent dit per saldo een hoger
rendement en lagere onderhoudskosten.
De volgende soorten modulerende regelingen kunnen worden aangesloten:

1. Modulerende ruimteregeling

2. Modulerende weersafhankelijke regeling
8.4.3 Modulerende ruimteregeling
De Remeha Quinta 25/30 is voorbereid voor communicatie via het OpenTherm proto-
col. Dit betekent dat zonder verdere aanpassingen de modulerende ruimteregelaars
van Honeywell (Chronotherm Modulation en Basicstat Modulation) kunnen worden
aangesloten. Deze regelaars zijn via de groothandel verkrijgbaar.
De regelaars worden gemonteerd in een referentieruimte. Aansluiting vindt plaats met
behulp van een twee-aderige kabel op de klemmen 1 en 2 van de 24-polige klemmen-
strook (zie Afb. 19).
®

8.4.4 Modulerende weersafhankelijke regeling rematic

Remeha heeft hiervoor een regelaar als accessoire leverbaar. Bij de regelaar wordt
een interface geleverd die in de ketel wordt gebouwd (zie Afb. 21). De aansluitingen
hiervoor zijn geheel voorbedraad. Om deze interface actief te maken moet de inter-
face-selectie op 'extern' worden geprogrammeerd (zie Par. 6.6, parameter ().
®
rematic
SR 5240 C1
Deze regelaar is bedoeld voor het weersafhankelijk voorregelen van de ketel, zonder
naregeling van verwarmingsgroepen. De regelaar wordt bij voorkeur in een referen-
tieruimte gemonteerd. In dat geval kan ook ruimtetemperatuur-compensatie worden
toegepast. Aansluiting vindt dan plaats met behulp van een tweeaderige kabel op
klemmen 1 en 2 van de 24-polige klemmenstrook (zie Afb. 19). Eventueel kunt u de
regelaar ook in de ketel monteren. Aansluiting vindt dan plaats met behulp van de
voorbedrade tweeaderige kabel op steker K2 in de instrumentenkast.
59

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave