Installatie
Oriëntatie van vloeistofinlaat-
en uitlaatpoorten
De vloeistofpoort van het centrale verdeelstuk kan
in verticale of horizontale positie worden gedraaid.
Zo wijzigt u de oriëntatie van de vloeistofpoort
van het centrale verdeelstuk (54):
1. Verwijder de gaffel- en splitpennen (35, 36).
2. Draai het middelste verdeelstuk (54) naar
de gewenste verticale of horizontale positie.
3. Monteer de gaffe- en splitpennen (35, 36).
VERKLARING:
3
Vloeistofdeksels
54
Middelste verdeelstuk
35
Gaffelpen
36
Splitpen
35
3
35
3
A
. 8: Oriëntatie vloeistofinlaat- en uitlaatpoorten
FB
18
36
54
36
35
36
54
36
35
De vloeistofleidingen
aansluiten
Gebruik geleidende, flexibele vloeistofleidingen voor
de leidingen voor vloeistoftoevoer (F) en -uitlaat (J).
OPMERKING: Voor een goede aanzuiging moet de
vloeistofuitlaatpoort (C) hoger worden gemonteerd
dan de vloeistofinlaatpoort (B). Zie A
1. Installeer geleidende, flexibele vloeistofleidingen
(F en J).
2. Installeer een vloeistofafvoerventiel (G) bij de
vloeistofuitlaat. Zie A
Er moet een vloeistofafvoerventiel (G) in uw
systeem zijn aangebracht om de druk in de
vloeistofuitlaatleiding te ontlasten. Het afvoerventiel
vermindert het risico van ernstig letsel, zoals door
spatten in de ogen en op de huid, bij drukverlichting.
3. Monteer een vloeistofafsluitventiel (H) in de
vloeistofuitlaatleiding (J) benedenstrooms van
het vloeistofafvoerventiel (G).
OPMERKING: Installeer de apparatuur zo dicht
mogelijk bij de materiaalbron. Zie Technische
specificaties, vanaf pagina 70, voor een maximale
aanzuighoogte.
De pomp kan beschadigd raken als er geen
buigbare vloeistofleidingen worden gebruikt.
Wanneer er vast aangesloten vloeistofleidingen in
uw systeem worden gebruikt, moet u een korte
geleidende flexibele vloeistofleiding op de
pomp aansluiten.
. 3 en A
FB
. 3 en A
. 4.
FB
FB
LET OP
3A7159D
. 4.
FB