VOORZICHTIG
Als u de voeding naar de maaidekken
niet onderbreekt, bestaat de kans dat
iemand de maaidekken per ongeluk start.
Hierdoor kan ernstig letsel aan handen
en voeten ontstaan.
Koppel altijd de snelkoppelingen voor de
voeding naar de maaidekken los voordat
u werkzaamheden aan de maaidekken
gaat uitvoeren.
2.
Parkeer de machine op een schoon en
horizontaal oppervlak, laat de maaidekken tot
op de grond neer tot de ophanghydrauliek
volledig is uitgetrokken. Zet de motor af en stel
de parkeerrem in werking.
3.
Duw de motorbevestigingsstang uit de sleuven
op de motor in de richting van het maaidek en
verwijder de motor uit het maaidek.
Figuur 55
1. Messenkooimotor
4.
Zet de motor in de opbergruimte op de voorkant
van de ophangarm
Figuur 56
2. Motorbevestigingsstang
(Figuur
56).
Opmerking:
maaihoogte instelt of onderhoudswerkzaam-
heden aan een maaidek verricht, moet u de
motoren van de messenkooien van het maaidek
in de opbergruimte op de voorkant van de
ophangarmen plaatsen om beschadiging te
voorkomen.
Belangrijk:
omhoog in de transportstand als de
messenkooimotoren zich in de houders in
het frame van de machine bevinden. Dit
kan schade aan de motoren of slangen tot
gevolg hebben. Als u de tractie-eenheid
moet verplaatsen terwijl de maaidekken niet
gemonteerd zijn, bevestig deze dan met
kabelklembanden aan de ophangarmen.
5.
Open de vergrendelingen op de stang van
de ophangarm van het maaidek dat u wilt
verwijderen
6.
Maak de vergrendelingen van de stang van het
maaidek los.
7.
Rol het maaidek onder de ophangarm vandaan.
8.
Herhaal indien nodig stap
de andere maaidekken.
9.
Sluit de snelkoppelingen van de voeding
naar de maaidekken aan, zie
maaidekstroom (bladz.
Afstelling van contact
tussen snijplaat en
messenkooi controleren
Elke dag voordat u gaat maaien moet u het contact
tussen het ondermes en de messenkooi controleren,
ongeacht of de maaikwaliteit bij een eerdere maaibeurt
g036123
aanvaardbaar was. Er moet een licht contact zijn
over de volledige lengte van de messenkooi en het
ondermes; zie de Gebruikershandleiding van het
maaidek.
Voordat u de messenkooien controleert, moet u eerst
de snelkoppelingen van de voeding naar het maaidek
loskoppelen, zie
(bladz.
23). Sluit deze weer aan nadat u klaar bent
met de werkzaamheden.
g036124
52
Als u de maaimessen slijpt, de
Breng de ophanging niet
(Figuur
52).
3
tot en met
Snelkoppelaars
23).
Snelkoppelaars maaidekstroom
7
voor