1
De batterij uitnemen
1
Open de klep van de batterij/kaart.
2
Duw de vergrendelingsknop naar 4.
De batterij wordt uitgeworpen. Let erop dat u de batterij niet laat vallen als u
deze verwijdert.
• Oefen niet extreem veel kracht uit bij het open- of dichtschuiven van de klep
van de batterij/kaart. De waterbestendige afdichting zou hierdoor los
kunnen komen. Als de afdichting is verschoven, gaat dat ten koste van de
waterdichtheid van de camera.
• Als de klep van de batterij/kaart niet goed wordt vergrendeld, kunnen er
water, zand en vuil in de camera binnendringen.
• Deze camera maakt gebruik van een oplaadbare lithium-ionbatterij D-LI92.
Gebruik geen andere soorten batterijen, aangezien dit kan leiden tot
schade aan de camera en storingen.
• Plaats de batterij op de juiste wijze. Als de batterij verkeerd is geplaatst,
kunnen er storingen optreden of werkt de camera niet.
• Verwijder de batterij niet terwijl de camera is ingeschakeld.
• Wanneer u de batterij langer dan 6 maanden opbergt, laad de batterij dan
30 minuten lang op met de stroomadapter en berg de batterij apart op.
Laad de batterij om de 6 tot 12 maanden opnieuw op. Berg de batterij bij
voorkeur op onder kamertemperatuur. Berg de batterij niet op bij
hoge temperaturen.
• Als er langere tijd geen batterij in de camera is geplaatst, worden de datum
en tijd mogelijk teruggezet.
• Wees voorzichtig, want de camera of de batterij kan heet worden als u de
camera gedurende langere tijd gebruikt.
• Laat de camera eerst volledig opdrogen voordat u de batterij vervangt.
Vervang de batterij niet wanneer de camera grote kans loopt nat of vuil te
worden en zorg dat uw handen droog zijn.
32