1
Activeer de stand Q en kies met de vierwegbesturing (45)
de opname waaraan u een kader wilt toevoegen.
2
Selecteer E (Creatief kader) in het weergavepalet met de
vierwegbesturing 2345.
3
Druk op de knop 4.
Het scherm voor selectie van een creatief kader wordt weergegeven.
4
Selecteer het type kader met de
vierwegbesturing (23) en druk
op de knop 4.
Het scherm voor het opgeven van
instellingen voor het kader wordt
weergegeven.
5
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om [Kadertype] te
5
selecteren en druk op de
vierwegbesturing (5).
6
Gebruik de vierwegbesturing (23) om een kadertype te
selecteren en druk op de vierwegbesturing (4).
7
Stel [Kleur] in op dezelfde manier als in stap 5 en 6.
8
Wijzig de positie van het kader en de opname.
Zie "De positie van het kader en de opname wijzigen" (p.149) voor
bijzonderheden.
9
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Tekststempel] te
selecteren en druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Tekststempel] verschijnt.
Ga naar stap 11 als u geen tekens wilt invoeren.
148
Onscherpte
Kader maken
Kader maken
Kader maken
Onderbreken
Onderbreken
Onderbreken
Kadertype
Kleur
Kleur
Kleur
Tekststempel
Tekststempel
Tekststempel
Positie-instelling
Positie-instelling
Positie-instelling
Stop
Stop
Stop
MENU
MENU
MENU
OK
OK
OK
OK
OK
OK
Opslaan
Opslaan
Opslaan
OK
OK
OK