5.3
Gasaansluiting
•
Aansluiting op de gastoevoer mag uitsluitend worden uitgevoerd door een
gekwalificeerde gasinstallateur, met inachtneming van de geldende
voorschriften.
•
Op voor het publiek toegankelijke installatieplaatsen moeten de
ongevallenpreventievoorschriften en veiligheidsnormen in geval van brand en
paniek in acht worden genomen.
•
Op het typeplaatje is aangegeven met welk soort gas het apparaat door de
fabriek is voorbereid en afgeleverd. Controleer voor de installatie of de lokale
gastoevoer (gastype en -druk) overeenkomt met de standaardinstelling van het
apparaat.
•
Afhankelijk van het type gas moet de doorsnede van de gastoevoerleiding
worden gekozen in overeenstemming met de toepasselijke voorschriften en
correct worden geïnstalleerd.
•
De verbinding kan permanent of afneembaar zijn; als slangen worden gebruikt,
moeten deze zijn gemaakt van roestvrij staal volgens DIN 3383 deel 1 of 3384.
•
Als afdichtingsmiddelen of afdichtingsmaterialen worden gebruikt voor
schroefdraadverbindingen, moeten deze worden getest en goedgekeurd door
DVGW.
NL
•
De gasaansluitpoort bevindt zich aan de achterkant van het apparaat en is
gemarkeerd met het symbool
•
Zorg ervoor dat de gasaansluitkabel niet in contact kan komen met hete delen
van de oven.
•
Alle verbindingspunten tussen de installatie en het apparaat moeten op lekken
worden getest. Gebruik altijd een zeepoplossing of een speciaal schuimmiddel
voor lekdetectie bij het controleren van gasleidingen op lekkage.
•
De aansluitpunten moeten bedekt zijn met een medium, er mogen geen
luchtbellen ontstaan. Deze controle moet ook gasafsluiters omvatten.
OPGELET!
Gebruik geen open vuur om te controleren op lekken!
18 / 32
.
Montage-instructie
1583011