Veiligheid Diese Bedi enungsanlei tung besc hrei bt di e Installation, Bedi enung und Wartung des Geräts und gilt als wic htige Infor mationsquelle und N achschl agewer k. Di e Kenntnis aller enthaltenen Sic herheits hinweis e und H andlungs anweisungen schafft die Vorauss etz ung für das sichere und s ac hger echte Ar beiten mit dem Gerät. D arüber hi naus müs sen die für den Ei ns atz ber eic h des Geräts geltenden ör tlichen Unfall verhütungs vorsc hriften und allgemeinen Sicherheits besti mmunge n eing ehalten wer den. Dies e Bedi enungs anleitung is t Bes tandteil des Produkts und muss i n unmi ttelbarer N ähe des Ger äts für das In¬ s tall ations-, Bedi enungs-, Wartungs- und R einigungspers onal jederzeit z ugänglich auf¬bewahrt werden. Wenn das Ger ät an eine dritte Pers on weiterg egeben wird, muss die Bedi enungsanlei tung mit ausgehändigt wer den.
Veiligheid WAARSCHUWING! Het signaalwoord WAARSCHUWING waarschuwt voor gevaren die gematigd tot zwaar letsel of overlijden kunnen veroorzaken, als ze niet worden vermeden. VOORZICHTIG! Het signaalwoord VOORZICHTIG waarschuwt voor gevaren die licht of matig letsel kunnen veroorzaken, als ze niet worden vermeden. , di e ATTENTIE! Het signaalwoord ATTENTIE geeft mogelijke materiële schade aan...
Pagina 6
Veiligheid • Stel de verbindingskabel niet bloot aan warmte of scherpe randen. • Knik, plet of knoop de verbindingskabel niet. • Altijd de verbindingskabel volledig uitrollen. • Plaats het apparaat of andere voorwerpen nooit op de verbindingskabel. • Om het apparaat uit te schakelen van de elektrische voeding, altijd de stekker vastpakken.
Pagina 7
Veiligheid Brandbare materialen • Het apparaat nooit gebruiken in de buurt van brandbare, licht ontvlambare materialen (bijv. benzine, spiritus, alcohol). Hoge temperaturen veroorzaken verdamping van deze materialen en als gevolg van contact met ontstekingsbronnen kan een explosie plaatsvinden. • Gebruik het apparaat alleen met de hiervoor bestemde materialen en met de juiste temperatuurinstellingen.
Veiligheid Onjuist gebruik • Onjuist gebruik of verboden gebruik kan het apparaat beschadigen. • Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het zich in goede staat bevindt en veilig werken mogelijk maakt. • Het apparaat mag alleen worden gebruikt als alle aansluitingen zijn uitgevoerd volgens de voorschriften.
Algemeen Algemeen Aansprakelijkheid en vrijwaring Alle gegevens en aanwijzingen die zijn opgenomen in deze gebruiksaanwijzing zijn samengesteld rekening houdend met de geldende voorschriften, de actuele technische stand van zaken en onze langdurige inzichten en ervaring. In het geval van het bestellen van speciale modellen of extra opties, en in het geval van het gebruik van de nieuwste technische kennis, kan het geleverde apparaat onder bepaalde omstandigheden verschillen van de uitleg en de talrijke tekeningen in deze handleiding.
Transport, verpakking en opslag Transport, verpakking en opslag Transportinspectie Als het apparaat afgeleverd is, onmiddellijk controleren of het compleet en zonder transportschade is. Als er duidelijk zichtbare transportschade is, het geleverde apparaat niet of alleen onder voorbehoud aannemen. De schade opschrijven op de transportdocumenten/ het leveringsdocument van de leverancier.
Montage-instructie Montage-instructie Installatie VOORZICHTIG! In het geval van onjuiste installatie, bediening, onderhoud of bij het niet juist hanteren van het apparaat kan dat leiden tot letsel en beschadigingen. De plaatsing en de installatie, alsook reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een geautoriseerde technische service volgens de geldende voorschriften in het land van plaatsing.
Pagina 18
Montage-instructie een goede verbranding mag de vereiste luchttoevoer niet lager zijn dan 2 m3 / h per kW nominaal vermogen van het apparaat (zie typeplaatje op het apparaat). Bovendien moeten de voorschriften ter voorkoming van ongevallen in acht worden genomen. •...
Montage-instructie • Plaats het apparaat nooit direct naast muren, wanden, meubels of andere voorwerpen die zijn gemaakt van brandbaar materiaal. Houd een minimale afstand van 200 mm aan tussen de zij- en achterwanden en deze objecten of wanden. Er moet een afstand van minimaal 600 mm zijn tussen het oppervlak van het apparaat en de horizontale oppervlakken boven het apparaat.
Montage-instructie Gasaansluiting • Aansluiting op de gastoevoer mag uitsluitend worden uitgevoerd door een gekwalificeerde gasinstallateur, met inachtneming van de geldende voorschriften. • Op voor het publiek toegankelijke installatieplaatsen moeten de ongevallenpreventievoorschriften en veiligheidsnormen in geval van brand en paniek in acht worden genomen. •...
Pagina 21
Montage-instructie Druk controle Het apparaat is door de fabriek geaccepteerd en voorbereid om te werken met het type gas dat op het typeplaatje staat vermeld (aardgas). Controleer of het type gas dat op het typeplaatje wordt vermeld, compatibel is met het beschikbare type gas.
Pagina 22
Montage-instructie 7. Plaats de afdichtring en de schroef terug op de drukaansluiting (A). 8. Monteer het bedieningspaneel weer op het apparaat. 9. Bevestig de gasregelaars. Ombouw naar een ander type gas • Ombouw naar een andere gassoort, bijvoorbeeld van aardgas naar LPG, gebeurt door het vervangen van de sproeiers van de hoofdbrander, bypassbrander en waakvlambrander.
Pagina 23
Montage-instructie OPGELET! Zoek na het overschakelen op een ander type gas naar eventuele lekken met een geschikte spray of zeepsop (gebruik nooit open vuur!). Vereiste voorschriften primaire lucht Controleer na het vervangen van de sproeiers de primaire luchtstand van alle branders.
Pagina 24
Montage-instructie Zorg er na het vervangen van sproeiers en / of andere instellingen voor dat de vlam een blauwachtige kleur heeft; dat het stabiel is en geluidloos; dat het niet van de brander scheidt en bij het overschakelen van een grote naar een kleine vlam, trekt de vlam zich niet terug.
Gebruiksinstructie OPGELET! Als het vlambeeld gele strepen vertoont, is de primaire lucht niet goed gepositioneerd. Als de primaire luchtstroom te hoog is, is de vlam kort en heeft deze de neiging weg te bewegen van de brander. De vlamcontrole moet ook worden uitgevoerd na 15 minuten gebruik op maximaal vermogen.
Pagina 26
Gebruiksinstructie Bedieningselementen Afb. 3 1. Oventemperatuurregulator 2. Verwarmingscontrolelampje (oranje) 3. Schakelaar met geïntegreerd 4. Gasregelaar, verwarmingszone werkcontrolelampje (groen) rechtsvoor 5. Gasregelaar, verwarmingszone 6. Gasregelaar, verwarmingszone rechtsachter middenvoor 7. Gasregelaar, verwarmingszone 8. Gasregelaar, verwarmingszone middenachter linksvoor 9. Gasregelaar, verwarmingszone linksachter Waarschuwingstips WAARSCHUWING! Risico op brandwonden! Tijdens bedrijf worden de behuizing, branders, schuifroosters, ovendeur...
Pagina 27
Gebruiksinstructie Gaskookplaat Het onsteken van de gasbrander 1. Zorg ervoor dat alle draaiknoppen in de UIT-stand staan ( 2. Open de gasafsluitkraan die voor het apparaat is geïnstalleerd. 3. Selecteer de juiste kookplaat. 4. Om de gasbrander voor deze kookplaat te ontsteken, drukt u op de relevante gasregelaar en draait u deze tegen de klok in naar de positie gemarkeerd met het...
Pagina 28
Gebruiksinstructie • Wanneer u vet en olie gebruikt tijdens het koken, laat het toestel dan niet onbeheerd achter, aangezien dit vlam kan vatten bij oververhitting. Er bestaat brandgevaar! • Gebruik alleen kookgerei met een vlakke bodem. Afb. 5 • Plaats een geschikte kookpot op het schuifrooster, zodat de vlam in het midden staat.
Pagina 29
Gebruiksinstructie 1. Stel de gewenste temperatuur voor het geselecteerde voedsel in met behulp van de temperatuurregelaar in het bereik van 50 °C - 270 °C. Het oranje verwarmingscontrolelampje licht op zodra het apparaat opwarmt en dooft wanneer de ingestelde temperatuur is bereikt 2.
Reiniging en onderhoud Reiniging en onderhoud Aanwijzingen betreffende de veiligheid tijdens het reinigen • Sluit de gasafsluitkraan voor het reinigen. • Voordat het apparaat kan worden gereinigd, dient het apparaat van het lichtnet te worden gehaald. • Het apparaat geheel laten afkoelen. •...
Pagina 31
Reiniging en onderhoud 2. Reinig de verwarmingszone met een zachte doek of een spons gedrenkt in warm water. Gebruik wanneer nodig een neutraal reinigingsmiddel. 3. Veeg de verwarmingszone af met een schone doek en droog deze goed af. 4. Reinig de schuifroosters en gasbranderdeksels met een neutraal schoonmaakmiddel en een zachte doek of spons.
Verwijdering Onderhoud OPGELET! De onderhoudsintervallen moeten in acht worden genomen! Om de effictiviteit te behouden, moet het apparaat minimaal één keer per jaar worden onderhouden. Voordat u met onderhoudswerkzaamheden begint, moet u de stroomtoevoer loskoppelen, de hoofdgaskraan dichtdraaien en het apparaat laten afkoelen. Onderhoud mag alleen worden uitgevoerd door een gekwalificeerde, geautoriseerde servicemonteur en moet de volgende punten bevatten: –...