7. Draai de kaartklem dicht om de PCI-kaart vast te zetten.
Figuur 14. Een PCI-kaart installeren
Volgende stappen:
• Als u met een ander stuk hardware wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte.
• Als u de installatie of vervanging wilt voltooien, gaat u naar "Het vervangen van de onderdelen voltooien"
op pagina 49.
Geheugenmodules installeren of vervangen
Attentie: Open uw computer niet of probeer geen reparatie voordat u de "Belangrijke veiligheidsvoorschriften" op
pagina iii hebt gelezen en begrepen.
In dit gedeelte vindt u instructies voor het installeren of vervangen van een geheugenmodule.
Uw computer beschikt over vier sleuven voor het plaatsen of vervangen van DDR3 UDIMMs. Daardoor
kunt u het systeemgeheugen uitbreiden tot maximaal 32 GB. Houd u bij het installeren of vervangen van
geheugenmodules aan de volgende richtlijnen:
• Gebruik 1 GB, 2 GB, 4 GB of 8 GB DDR3 UDIMMs in elke willekeurige combinatie, tot een maximum
van 32 GB.
• Installeer de geheugenmodules in deze volgorde: DIMM 2, DIMM 4, DIMM 1 en DIMM 3. Zie "Onderdelen
op de systeemplaat" op pagina 11.
U kunt als volgt een geheugenmodule installeren of vervangen:
1. Zet de computer uit en haal alle stekkers uit de stopcontacten.
2. Verwijder de kap van de computer. Zie "De kap van de computer verwijderen" op pagina 26.
30
ThinkStation Handboek voor de gebruiker