Terugslagkleppen
1. Volg Drukontlastingsprocedure, pagina 17.
2. Verwijder het vloeistofspruitstuk (M).
Laat de luchttoevoer aangekoppeld.
Vloeistofspruitstuk reinigen, pagina 27.
M
F
. 55
IG
3. Spoel het pistool om resten van
componenten A en B te verwijderen. Zie
Pistool spoelen, pagina 26. Volg
Drukontlastingsprocedure, pagina 17.
4. Koppel de luchttoevoer af (D).
F
. 56
IG
VOORZICHTIG
Om te voorkomen dat de apparatuur door
beide terugslagkleppen wordt verontreinigd, A
en B onderdelen niet verwisselen. De
terugslagklep A is gemerkt met een A.
313706G
5. Gebruik de dopsleutel om de
6. Demonteer de terugslagkleppen met een
F
IG
.
TI12095a
Beschadigde O-ringen van de terugslagklep
(44e, 44f) leiden mogelijk tot externe lekken.
Vervang O-ringen indien ze zijn beschadigd.
7. Reinig en inspecteer alle onderdelen.
D
TI12086a
F
IG
terugslagkleppen (44, 45) te verwijderen.
platte schroevendraaier.
44e
. 57
VOORZICHTIG
Inspecteer nauwgezet alle O-ringen (44e,
44f). Druk op de kogel (44b) om de correcte
beweging van de terugslagklep en de
werking van de veer te controleren. Vervang
afzonderlijke onderdelen van de
terugslagklep indien nodig.
F
45
. 58
Herstelling
44e
44d
44c
44b
44a
44f
TI12099a
41