Vloeistofspruitstuk reinigen
Reinig de poorten van het vloeistofspruitstuk met
geschikt solvent en borstel telkens af indien
afgekoppeld van het pistool. Beschadig de
interne afdichting niet. Vul de vloeistofpoorten
met vet indien ze blootgesteld blijven.
F
. 36
IG
De vloeistofschermen reinigen
of vervangen
1. Volg Drukontlastingsprocedure, pagina 17.
2. Ontlast de druk in het slangspruitstuk na
verwijderen van pistool.
a. Plaats het vloeistofspruitstuk boven een
container, houd het weg van het gezicht.
b. Zorg ervoor dat de vloeistofkleppen
gesloten zijn.
c. Open de terugslagkleppen van het
vloeistofspruitstuk zeer traag 2 tot 2-1/2
slag. De vloeistof zal onder hoge druk
aan de zijkant van de vloeistofpoorten
wegspuiten.
F
. 37
IG
313706G
Vloeistofpoorten
TI12089a
TI11337a
3. Verwijder de vloeistofschermen door ze uit
het vloeistofspruitstuk te halen.
VOORZICHTIG
Om te voorkomen dat de apparatuur door
beide terugslagkleppen wordt verontreinigd, A
en B onderdelen niet verwisselen. De
terugslagklep A is gemerkt met een A.
4. Vloeistofschermen vervangen of reinigen. Zie
Toebehoren, pagina 57.
5. Inspecteer zorgvuldig de O-ringen en
vloeistofschermen. Vervang deze indien ze
slijtage of beschadiging vertonen.
6. Smeer de O-ringen overvloedig en monteer
ze opnieuw. Gebruik een dopsleutel om vast
te draaien.
Onderhoud
27