HOOFDSTUK 3.
BESTURING VAN DE MACHINE
Voetschakelaars
PLAATS DE VOET NIET OP DE VOETSCHAKELAARS VOORDAT U
DE SLEUTELSCHAKELAAR VAN "0" NAAR "1" OF "2" HEBT
GEDRAAID
WANNEER TIJDENS HET OPSTARTEN VAN HET VOERTUIG
ANDERE COMMANDO'S DAN DE SLEUTELSCHAKELAAR IN-/
UITSCHAKELEN OF HET RESETTEN VAN DE
NOODSTOPSCHAKELAARS GEACTIVEERD WORDEN, ZAL ER EEN
FOUT WORDEN WEERGEGEVEN.
In de korf bevinden zich twee voetschakelaars, die met de hielen worden
geactiveerd, en die een stabiele positionering van de bestuurder
garanderen zonder zijn/haar comfort te beperken.
Als een voet van één van de twee schakelaars wordt gehaald, worden
alle functies van de machine, heffen, dalen en draaien, onmiddellijk
uitgeschakeld.
OPMERKING: Vergeet niet om, naast de beide voetschakelaars, ook de
sensoren voor de linker- en rechterhand te activeren, (hoofdstuk 3.6),
om zo alle functies van de machine in te schakelen: rijden/heffen/dalen.
30
Besturingspaneel korf
Bij het inschakelen en tijdens de besturing toont het scherm van de
batterijmeter de huidige bedrijfsstatus van de machine. De volgende
informatie wordt meegedeeld:
1) BCI staat voor de batterijlading uitgedrukt in percentage
2) RODE stip wanneer het platform omhoog staat
Als er een fout optreedt, wordt er een foutcode van de fout op het
scherm getoond
Hellingalarm
LUI MINI T.L. - TLP BEVAT EEN HELLINGALARM.
ALS DIT ALARM WORDT GEACTIVEERD, GAAT ER EEN
AKOESTISCH SIGNAAL AF EN IS HET NIET MOGELIJK OM
HET PLATFORM OMHOOG TE BRENGEN EN/OF TE RIJDEN.
HET HELLINGSALARM BLIJFT VAN KRACHT ZOLANG HET
PLATFORM NIET VOLLEDIG NEERGELATEN IS EN DE
SCHUINSTAND WEGGEWERKT IS.
31