Inhoudsopgave
Advertenties
HOOFDSTUK 3.
BESTURING VAN DE MACHINE
3.3 FUNCTIE VAN DE MACHINE
Inleidende handelingen
Voordat de machine in werking wordt gesteld met behulp van de
commando's op het bedieningspaneel op de grond of dat op het platform,
moet aan de volgende voorwaarden voor commando's worden voldaan.
•
De batterijspanning moet voldoende zijn voor de werking. Het
alarm voor "batterij leeg" hoeft niet noodzakelijk aanwezig te zijn,
noch op het commandopaneel op de grond, noch op de indicator
van de batterijstatus die zich aan de zijkant van het voertuig
bevindt.
•
De sleutelschakelaar op het commandopaneel van de korf moet
ofwel op de modus grondbesturing, ofwel op de modus
platformbesturing staan.
•
De noodstopknoppen op het commandopaneel van het platform en
op het commandopaneel op de grond, moeten in de RESET-stand
staan (uitgetrokken).
•
Het Lcd-scherm waarop de stand van de machine op het
commandopaneel op de grond zichtbaar is, moet bij het
inschakelen van de machine normale bedieningsomstandigheden
aangeven.
•
De machine werkt (ze beweegt en gaat naar omhoog en omlaag)
uitsluitend als de bestuurder zijn/haar hand op de linker en rechter
handgreep met sensor houdt en met beide hielen op de
voetschakelaars op het platform drukt. Deze veiligheidspositie
moet tijdens het gebruik altijd gehandhaafd blijven. (Afb. A en B
hoofdstuk 2.6)
20
5
4
1.
Commandopaneel op de grond (hoofdstuk 3.7)
2.
Noodhendel voor het handmatig omlaag brengen (hoofdstuk 3.8)
3.
Wisselstroomvoeding voor batterijlader met LED voor laadstatus (hoofdstuk
3.6)
4.
Voetschakelaar platform (2 schakelaars, één voor elke voet) - (hoofdstuk 3.6)
5.
Instaphek van platform
6.
Commandopaneel platform (hoofdstuk 3.6)
7.
Bandenliftcompartiment
6
7
1 - 2 - 3
21
Advertenties
Inhoudsopgave
