56
EXTRA'S
GENERATOR
(WDG)
VEILIGHEID
Zie SECTIE VEILIGHEID in dit handboek.
ALGEMEEN INFORMATIE
Nominaal vermogen
Nominale spanning
Spanningsregeling
Maximum continu vermogen
Rotortype
Rotortype
Onderbelastingfactoren bij 0,8 cos
inlaatluchttemp 20_C
inlaatluchttemp 30_C
inlaatluchttemp 46_C
Onderbelastingfactoren voor onderbroken belasting:
Lucht in temp 20−35°C 55min/u @ 0,8, 5 min onbelast
Lucht in temp 35−40°C 50min/u @ 0,8, 10 min onbelast
Lucht in temp 40°C 45min/u @ 0,8, 15 min onbelast
Contactdozen
110V 3ph & 230V 1ph
230V 3ph
400V 3ph + 230V 1ph
Aardsluitbeveiliging wordt
aardsluitschakelaar . Zekeringautomaten (MCB) zijn aangebracht voor
zowel overstroom als kortsluitstroom beveiliging van de generator.
Elke contactdoos is beschermd door een veerbelast waterdicht
deksel.
BEDIENINGSINSTRUKTIES
Voor schakelen tussen compressor en generator mode is een
modeschakelaar voorzien.
VOORZICHTIG: de motor niet starten of stoppen met de schakelaar
voor de compressor/generator modus in de Generator stand.
Starten/ronddraaien is in deze modus geblokkeerd − zie tevens
"Bedieningsinstructies in de sectie die de elektronische regeleenheid
(SECU) behandelt.
7/51, 7/71, 12/56
4,8kW @ vermogens−factor
(cos 4) naijlend
110V 1ph of 230V 1ph of
230V 3ph of 400V 3ph +
230V 1ph @ 3000 omw/min
+/− 6%
6 kVA @ 0,8 PF
Borstelloos
(110/230V 1ph)
Draai−anker met
sleepringen
(230V 3ph / 400V 3ph +
230V 1ph)
continu belasting:
Continu
5,7 KVA @ 0.8 p.f. Continu
4,5 KVA @ 0.8 p.f. Continu
1 x 32A
2 x 16A
1 x 16A
400V 3ph = 1 x 16 A
230V 1ph = 2 x 16 A
voorzien
door
een
enkele
Wanneer de schakelaar op Generator wordt gezet geeft de
regeleenheid een signaal naar de motor om op het maximum/nominaal
toerental te draaien. Dit toerental is correct om ervoor te zorgen dat de
generator de nominale elektrische spanning met de nominale
frequentie in stand houdt.
Wanneer de schakelaar teruggezet wordt op Compressor, houdt de
motor het toerental in stand via de drukregelklep en de transducer,
overeenkomstig het vereiste luchtverbruik.
Bij aansluiten van electrische apparaten op de contactdozen, wordt
aanbevolen de betreffende automaat op OFF te zetten alvorens de
stekker in te steken, en de automaat pas op ON te schakelen als het
zojuist aangesloten apperaat gebruikt gaat worden.
VOORDAT U BEGINT (GENERATOR)
(WDG)
.Als de generator blootgesteld of doordrenkt was met vocht/water,
moet hij veilig gedroogd worden alvorens te proberen enig deel of
geleider onder spanning te zetten. Dit moet men doen door overmatig
water af te vegen en dan de motor laten lopen zonder electrische
belasting aan te sluiten, tot de generator geheel droog is.
Verzekeren dat alle betreffende personen voldoende vakkennis
hebben van electrische installaties.
Verzekeren dat er een veilige werkprocedure is, uitgevaardigd door
toezichthoudend personeel, en dat deze begrepen wordt door alle
personen die met het gebruik van de generator betrokken zijn.
Controleren dat de toe te passen veiligheidsprocedure gebaseerd
is op de betreffende landelijke voorschriften.
Verzekeren dat de veiligheidsprocedure te allen tijde opgevolgd
wordt.
Zorgen dat geschikte richtlijnen beschikbaar zijn voor aangeven
van veilige werkpraktijken en eventueel te vermijden gevaren.
Alvorens de motor te starten en de generatorbelasting in te
schakelen, verzekeren dat:
.
Het systeem geïnspecteerd en geaard is.
.
Geen personen op een gevaarlijke plaats staan
.
Eventueel benodigde waarschuwingen op een geschikte plaats
aangebracht zijn (waar van toepassing).
Controleren dat compressor / generator mode schakelaar op
compressor staat.