ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
De elektriciteitskabels gereedmaken
Voer de elektrische aansluitingen uit volgens de geldende bepalingen.
Gebruik kabelklemmen om de apparaten aan de stuurkast aan te sluiten. Eén hiervan moet uitsluitend voor de
voedingskabel worden gebruikt.
0
0V
17
26
230V
L1T
L2T
L1T
L2T
24 12 0
24 12 0
L
N
M1
N1
ENC1
+
E
-
M2
N2
ENC2
+
0
0V
17
26
230V
S1 GND
B1 B2
A
B
GND
E
-
10 11 TS E ES 1 2 3
4 5
7
CX CY CZ
2
FA1 FC1
FA2 FC2