1
1
Technische veranderingen voorbehouden
Aanwijzingen voor het laden
Met een textiel riem in de doorbraak van de
middelste wand (2/1) en de 2 haken (4/
1) hangen - bij "4 m" 2x doorbraak van de
1
middelste wand.Enkel solo met lege zaadkast
opheffen (zonder grondbewerkingstoestel). Het
draagvermogen van de riemen in acht nemen.
Voorzichtig hanteren, op evenwicht letten. Zich
niet in de buurt van de opgeheven last ophouden.
Montage en demontage
Driepunt-aansluiting cat. II. Eerst de zwaaias
van de onderste stuurinrichting koppelen, dan
de bovenste stuurinrichting aanbrengen. Na
de montage van de koppelinrichting correct
vastmaken. De machine verticaal op de
2
bovenste stuurinrichting plaatsen (bovenkant
van de zaadkast). De onderste stuurinrichting
in de werkpositie zijdelings vrij, aan de hang
de zijdelingse speling beperken, in opgeheven
staat zijdelings vast. De hydraulische slang
– voor sporenmaker o.a. – op het enkelwerkend
stuurtoestel aansluiten. Stroomverzorging voor
elektrische schakeling van de rijdvlakken: 12
V van uit drie polen bestaande contactdoos
met permanente stroom (DIN 9680). (indien
geen beschikbaar is moeten als bijkomende
uitrusting een aansluitkabel voor de batterij met
contactdoos of een adapter voor een uit 7 polen
bestaande adaptercontactdoos – in dat geval het
parkeerlicht aanschakelen – bij RABE aangekocht
worden. De kabel aan de kant van de drilmachine
in de haak plaatsen om de steekverbinding te
ontlasten – zie (5/1). De drilmachine pas na
3
de montage met zaadgoed vullen en voor de
demontage leegmaken. Tijdens de demontage
op een stabiele stand letten! (vaste basis, vlak
terrein); op een afstelsteun (3/1) plaatsen, met
stekkers vastzetten. De spoormaker van de
tractor naar boven brengen (4/1) of Afb. 67.
Het combinatie-grondbewerkingstoestel moet
voor de opbouw "geschikt" zijn:
... voldoende stabiel om de drilmachine te
kunnen dragen, (bijv. bijkomende steun op Rabe
draaiende eggen
EMKE/S, WMKE/S en MKE "2,5 en 3 m" breedte),
.... "draagkrachtige" inpakkerwals (bijv getande
inpakkerwals 510 mm Ø of polygoonwals 450 mm
Ø). De opbouw enkel op een effen terrein en met
lege zaadkast uitvoeren.
De aanbouwset op het grondbewerkingstoestel
4
aanbrengen. De koppeldelen aan beide kanten bij
(3/1+2) zodanig aanbrengen dat de drilmachine
ingebouwd kort achter de inpakkerwals "staat"
en de afstand onderkant/schaarrail tot de grond
tijdens het gebruik ongeveer 44 cm bedraagt. (5/
1). De op steunen staande, lege "Multidrill A" met
het grondbewerkingstoestel naar beneden rijden
– en koppelen; met stekkers vastzetten (3/3).
1
Het toestel een beetje opheffen en de voorste
steunen (4/2) afnemen; dan een beetje laten
dalen en de bovenste stuurinrichting aanbrengen
(5/2). Het toestel opheffen en de achterste
steunen afnemen (4/3). (de steunen kunnen op
de drilmachine blijven vaststeken; de voorste
steunen, naar boven wijzend, in de houders
schuiven – hierin de achterste steunen, 5/3.)
De bovenste stuurinrichting zodanig instellen dat
5
het grondbewerkingstoestel en de drilmachine
tijdens het gebruik horizontaal staan (zijdelingse
bovenkant van de zaadkast).
8
11.2003
11.2003